Het in juni getekende Schiphol-akkoord tussen luchthaven Schiphol en KLM mag een gunstige ontwikkeling zijn voor KLM, maar zette vanaf dag 1 kwaad bloed bij andere partijen, waaronder ArkeFly. “Na diverse mislukte pogingen om gezamenlijk een oplossing te vinden, voelen wij ons nu genoodzaakt juridische stappen te nemen”, aldus TUI Topman Steven van der Heijden, die zich realiseert dat het waarschijnlijk een een lang juridisch traject zal worden.

Van der Heijden: “De overheid mag dit niet laten gebeuren. Ik heb er alle begrip voor dat KLM blij is met de deal want op deze manier wordt Schiphol compleet schoongeveegd ten behoeve van KLM. De Nederlandse overheid is echter grootaandeelhouder van Schiphol en dus eindverantwoordelijk voor de ontstane situatie. Het is natuurlijk leuk om in de media KLM en Arkefly tegenover elkaar te stellen, maar de overheid heeft een verantwoordelijkheid naar iedereen, dus niet alleen naar KLM maar ook naar andere partijen.”

De gang naar de rechter werd door TUI ingezet door de onlangs ingediende klacht bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM). TUI vindt dat het benadeeld wordt door de overeenkomst die werd gesloten tussen de luchthaven en KLM. Hierin staat dat KLM en haar partners grootste prioriteit hebben op Schiphol. Daardoor dreigen vakantievluchten te worden verbannen van Schiphol terwijl KLM-dochter Transavia kan in deze constructie wél vanaf Schiphol blijven opereren wat tot een oneerlijke concurrentie zou leiden. Lelystad zou in de toekomst de uitwijklocatie kunnen worden voor Schiphol maar omdat de infrastructuur daar nog geheel ontwikkeld moet worden is dat ten nadele van de carriers die moeten verplaatsen.

“Neem bijvoorbeeld de long-haul vluchten. Deze kunnen vanwege de beperkte baanlengte op Lelystad daar niet vertrekken waardoor onze gehele operatie versnipperd raakt, wat ten nadele is van de effectiviteit. Daarnaast zijn de brandstofkosten voor Lelystad aanzienlijk hoger omdat deze moet worden aangevoerd met tankwagens, terwijl er in Schiphol een directe pijplijn naar Rotterdam ligt”, aldus van der Heijden.