De Europese Commissie roept haar lidstaten op de huidige beperkingen op niet-essentiële reizen naar de EU te versoepelen. Niet alleen voor alle personen die afkomstig zijn uit landen met een goede epidemiologische situatie, maar ook voor alle mensen die de laatste aanbevolen dosis van een door de EU goedgekeurd vaccin hebben gekregen.

Bovendien stelt de Commissie voor om, in overeenstemming met de ontwikkeling van de epidemiologische situatie in de EU, de drempel te verhogen die verband houdt met het aantal nieuwe COVID-19-gevallen dat wordt gebruikt om een ​​lijst op te stellen van landen waaruit al het reizen moet worden toegestaan. Dit zou de Raad in staat moeten stellen deze lijst uit te breiden.

Tegelijkertijd vraagt ​​de opkomst van zorgwekkende varianten van het coronavirus om waakzaamheid. Als tegenwicht stelt de Commissie daarom een ​​nieuw ‘noodremmechanisme ‘voor, dat op EU-niveau moet worden gecoördineerd en dat het risico dat dergelijke varianten de EU binnenkomen, zou beperken. Hierdoor kunnen de lidstaten snel handelen en alle reizen vanuit de getroffen landen tijdelijk tot een strikt minimum beperken gedurende de tijd die nodig is om passende sanitaire maatregelen te nemen.

De lidstaten moeten het reizen naar de EU toestaan ​​voor mensen die ten minste veertien dagen voor aankomst de laatste aanbevolen dosis van een vaccin hebben gekregen en waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen in de EU is verkregen. De lidstaten zouden dit ook kunnen uitbreiden tot degenen die met een vaccin zijn gevaccineerd en die de WHO-lijst voor noodgevallen hebben doorlopen. Als lidstaten besluiten om af te zien van de vereisten om een ​​negatieve PCR-test voor te leggen en / of om in quarantaine te gaan voor gevaccineerde personen op hun grondgebied, moeten ze ook afzien van dergelijke vereisten voor gevaccineerde reizigers van buiten de EU.

Dit moet worden vergemakkelijkt zodra het digitale groencertificaat operationeel wordt, in overeenstemming met de regels die de Commissie op 17 maart heeft voorgesteld. Reizigers moeten met name hun vaccinatiestatus kunnen aantonen met een digitaal groen certificaat dat op individuele basis door de autoriteiten van de lidstaten wordt afgegeven, of met een ander certificaat dat als gelijkwaardig wordt erkend op grond van een adequaatheidsbesluit van de Commissie.

Totdat het digitaal groencertificaat operationeel is, moeten de lidstaten certificaten uit niet-EU-landen kunnen accepteren op basis van de nationale wetgeving, rekening houdend met de mogelijkheid om de authenticiteit, geldigheid en integriteit van het certificaat te verifiëren en of het alle relevante gegevens bevat. De lidstaten zouden kunnen overwegen een portaal op te zetten waar reizigers kunnen vragen om erkenning van een vaccinatiecertificaat dat is afgegeven door een niet-EU-land als betrouwbaar vaccinatiebewijs en / of voor de afgifte van een digitaal groencertificaat.

Kinderen die van vaccinatie zijn uitgesloten, moeten met hun gevaccineerde ouders kunnen reizen als ze ten vroegste 72 uur voor aankomst een negatieve PCR COVID-19-test hebben ondergaan. In deze gevallen zouden de lidstaten na aankomst aanvullende tests kunnen verlangen. Niet-essentieel reizen ongeacht de individuele vaccinatiestatus is momenteel toegestaan ​​vanuit zeven landen met een goede epidemiologische situatie. Deze lijst wordt door de Raad vastgesteld op basis van epidemiologische criteria in de huidige aanbeveling.

De Commissie stelt voor de criteria te wijzigen om rekening te houden met de toenemende bewijzen van de positieve impact van vaccinatiecampagnes. Het voorstel is om de drempel van 14 dagen cumulatieve COVID-19-meldingspercentage te verhogen van 25 naar 100. Dit blijft aanzienlijk onder het huidige EU-gemiddelde, dat meer dan 420 bedraagt.