De curatoren in het faillissement van OAD Groep B.V. , Meulenberg en Stekelenburg, hebben hun claimrecht na langdurig en gedegen onderzoek overgedragen aan de voormalige OAD-aandeelhouders; de familie Ter Haar. De oud-aandeelhouders zijn nu gerechtigd om ook namens de gefailleerde onderneming de Rabobank aansprakelijk te stellen voor de schade die is veroorzaakt door de naar de mening van OAD en haar aandeelhouders onrechtmatige opzegging van de kredietfaciliteit.

Eerder oordeelde de rechter in Utrecht dat de familie Ter Haar niet in de positie is om schadevergoeding van de Rabobank te vragen. Dat recht was volgens de rechtbank voorbehouden aan de onderneming OAD, en in dit geval dus aan de curator. Door deze claim-overdracht is aan dat juridische bezwaar tegemoet gekomen. De rechter is door die eerdere formele uitspraak niet aan de inhoudelijke behandeling van de zaak toegekomen. Door meerdere partijen in de reisbranche wordt geklaagd dat het onderzoek van de curatoren lang duurt

Diepgaand onderzoek leidt volgens de voormalige OAD-aandeelhouders tot meerdere stellingen, waaronder dat door de vestiging van veel teveel zekerheden de Rabobank nul risico liep. Ook wordt gesteld dat Rabobank inmiddels al €7,3 miljoen aan teveel zekerheden aan curatoren moest terugbetalen. Volgens het onderzoek zou de extra gevraagde kapitaalinjectie (van €7,5 miljoen) door de Rabobank geen enkele objectieve rechtvaardigingsgrond (gelet op deze al veel te ruime zekerheden) hebben.

‘OAD had bovendien voldaan aan deze overbodige extra kapitaaleis. De opzegging van de kredietfaciliteit door de Rabobank was daarom niet rechtsgeldig en in strijd met de zorgplicht. De opzegging van de kredietfaciliteit door de Rabobank heeft welbewust het faillissement veroorzaakt (zie bijlage II: geheime notitie Rabobank)’, zo wordt gesteld door het OAD-kamp.

OAD Reizen ging failliet op 25 september 2013. TravelPro deed in de afgelopen jaren uitgebreid verslag over het faillissement.  Bekijk/lees hier het webmagazine ‘Tragedie in Holten’ dat TravelPro twee jaar geleden maakte.

Ook spreken volgens de voormalige OAD-aandeelhouders de feiten voor zich. OAD had geen uitstaande leningen. Tot op moment van faillissement is er nooit een overstand op de krediet faciliteit of garantiefaciliteit geweest. Tot op moment van faillissement is er nooit een achterstand in betalingen geweest. De slechts boekhoudkundige afschrijving op de ICT leidde niet tot een verschil in de actuele of toekomstige cashpositie van OAD (dat de Rabobank als professionele financiële instelling dit aanbrengt als dé reden, is even absurd als gezocht volgens de oud-aandeelhouders).

Zelfs bij de oneigenlijke optelling van de kredietfaciliteit en garantiefaciliteit, is er door de veel te ruime zekerheidsrechten, helemaal nooit een reëel risico voor de Rabobank geweest, zo stelt het OAD-kamp. OAD beschikte als reisorganisatie toen al over de nieuwste technologie (die nu overal marktbreed wordt ingezet) en realiseerde een explosief groeiende online omzet (€80 miljoen = 40%).

Er was volgens de voormalig OAD-aandeelhouders aan alle voorwaarden voldaan. Deze stellen dan ook dat de halsstarrige, rigide en omwrikbare houding van de Rabobank onbegrijpelijk was toen er ondanks bovenstaande tóch nog tijdig een passend akkoord werd gesloten met de Twentse investeerders en de Participatiemaatschappij van de Provincie Overijssel. Volgens hen lag er een concreet akkoord, was er bij de Rabobank instemming met dat akkoord en was er door Rabobank-topman Jan van Nieuwenhuizen aan Commissaris der Koning(in) Ank Bijleveld tijd toegezegd om een en ander verder te formaliseren.

Die tijd is OAD en de ondertekenaars in de praktijk niet gegeven. Ook was er volgens de voormalig OAD-aandeelhouders bij TUI en SGR een welwillende grondhouding en was er aan alle onnodige en extra voorwaarden van de Rabobank voldaan.

In het licht van bovenstaande concluderen OAD en haar aandeelhouders dan ook dat de opzegging door de Rabobank naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en onrechtmatig is. Met name ook omdat de Rabobank de maatschappelijke belangen (1550 medewerkers) ten onrechte ondergeschikt heeft gemaakt aan haar eigen belang. En Rabobank zelf nul euro schade heeft geleden door dit door hen afgedwongen faillissement en de Rabobank de schade dus zal moeten vergoeden.

De voormalig aandeelhouders van OAD hebben inmiddels Hoger Beroep aangetekend bij het Hof. Naar verwachting zal de comparitie in dit Hoger Beroep in het najaar plaatsvinden. Het gaat hier om een claimbedrag van €76 miljoen in totaal (€65 miljoen subsidiair) en wordt nu dus ook namens OAD gedaan. Eerder werd €80 miljoen geclaimd. Nu deze juridische hobbel is genomen, wordt de inhoudelijke behandeling buitengewoon spannend. De vooruitzichten zijn volgens de voormalig OAD-aandeelhouders zeer hoopgevend.