ANVR en DTRU zijn volop in gesprek over de mogelijkheden om reisondernemingen in nood die geen beroep kunnen doen op het Voucherfonds toch aanvullende overheidssteun te bieden. De ongeveer € 100 miljoen uit het Voucherfonds die waarschijnlijk onbenut blijft is daarvoor een optie, zo stellen ANVR-directeur Frank Oostdam en DTRU-woordvoerder Erik van der Waard. Het ‘pleidooi voor bredere steun reisondernemingen‘ zal morgen (maandag 12 april, red.) worden ingebracht tijdens een digitaal overleg met staatssecretaris Mona Keijzer.

‘Het gaat niet alleen om retail, maar om reisondernemingen in het algemeen die in nood zijn. Zelfs het Voucherfonds is niet heilig. Als er 300 miljoen wordt uitgeleend, betekent het dat er 100 miljoen over is. SGR zal er anders over denken, maar als ANVR zeggen we: ‘Het kan toch niet zo zijn dat we die overige 100 miljoen ongemoeid laten?’, zo laat Oostdam aan TravMagazine weten.

Staatssecretaris Mona Keijzer publiceerde middels een brief vrijdag 2 april jl. het toetsingskader voor de voucherregeling voor de reisbranche. In die brief wordt duidelijk dat er waarschijnlijk voor € 300 miljoen gebruik gemaakt gaat worden van de Voucherbank, waarvoor de Staat een lening verstrekt heeft van € 400 miljoen. ‘Uit cijfers van de SGR en ANVR en cijfers die de overheid rechtstreeks van reisorganisaties heeft ontvangen blijkt dat ongeveer de helft van de reisorganisaties onvoldoende liquide middelen hebben om tijdig consumenten terug te betalen. Dit aantal komt ook tot uiting in de voorinschrijving die SGR begin 2021 heeft ingesteld waarbij ongeveer 300 van de aangesloten 750 reisorganisaties hebben aangegeven gebruik te willen maken van de faciliteit voor een totaalbedrag van €300 miljoen’. Deze brief en de verwachting (op basis van voorinschrijving) dat er een totaal aan leningen verwacht wordt van €300 miljoen publiceerde de ANVR 6 april jl. op haar website.

Overigens informeerde de ANVR al eerder bij de minister van Economische Zaken, Van ’t Wout, naar de mogelijkheid om gebruik te maken van geld dat mogelijk ‘overblijft’ uit de Voucherfonds ‘pot’. In een brief, van 24 maart 2021, vraagt ANVR aan Van ’t Wout: ‘Door veel ondernemers zijn klanten echter verzocht hun reis om te boeken naar 2021. Ook zij moeten nu de klant alsnog terugbetalen, maar kunnen geen beroep doen op het Voucherfonds, aangezien geen voucher is verstrekt, maar een omboeking is verzorgd. De reisbranche verzoekt het kabinet daarom dringend om een aanvulling op de voucherfondsregeling waarbij ondernemers ook bij terugbetaling van de naar 2021 omgeboekte reizen in aanmerking kunnen komen voor een lening voor 80% van de reissom. Hiervoor zou de voor het Voucherfonds vastgestelde financiële ruimte kunnen worden benut, voor zover deze ruimte niet (volledig) voor voucherleningen wordt gebruikt.’ Destijds werd ook al aangegeven dat, wanneer Van ’t Wout hiermee zou instemmen, dat waarschijnlijk ook eerst door Brussel goedgekeurd moet worden.

Van der Waard had het liefst gezien dat er voor de branche van begin af aan een sectorspecifieke oplossing was gevonden. ‘Dat er bij het overleg over het Voucherfonds was gezegd: dit is een mooie oplossing voor een deel van de sector, maar niet voor iedereen. En dat een deel van die € 400 miljoen beschikbaar was om iedereen er doorheen te helpen, om mensen vrij te stellen van hun voucherprobleem.’

‘Als het niet binnen de bestaande regels kan, dan moeten we in overleg met Economische Zaken om te kijken hoe we die 100 miljoen wel kunnen inzetten’, aldus Oostdam, die benadrukt dat er sectorspecifieke steun nodig blijft voor de reissector. ‘Als daar een nieuwe aanvraag in Brussel voor nodig is, prima. Maar het kan niet zo zijn dat we die 100 miljoen zomaar ongebruikt teruggeven. Dat lijkt me raar. De lening is toegezegd, maar waarom kunnen we aan een deel geen andere bestemming geven? Ook verre reizentouroperators staan op de deur te kloppen.’ Lees het volledige interview op de website van TravMagazine.

Een ander bedrag waar D-rt/DTRU al eens aanspraak op probeerde te maken is de lening van de Staat aan SGR van € 150, die er al was vóór het Voucherfonds. De Staat informeerde de Europese Commissie destijds (16 juli 2020, red.) over  het voornemen om — tegen te subsidiëren rentetarieven— tot een bedrag van € 165 miljoen leningen aan garantiefondsen als SGR te verstrekken (waarvan € 150 bestemd voor SGR). De Europese Commissie keurde deze steunmaatregel goed op 28 juli 2020, waarbij voorwaarden werden gesteld die inhouden dat SGR alleen van de lening gebruik mag maken nadat zij alle zekerheden die tot haar beschikking staan, heeft uitgewonnen en nadat haar eigen vermogen binnen een bandbreedte van 45-75% is gedaald ten opzichte van het niveau op 28 juli 2020.

Tijdens de rechtszaak die D-rt/DTRU aanspande tegen SGR en de Nederlandse Staat kwam de hiervoor genoemde € 150 miljoen aan de orde. De DTRU stuurde namelijk een brief op 11 maart 2021 aan de minister van Economische Zaken en Klimaat waarin het aandacht vroeg voor ‘de voorwaarden die de Stichting Garantiefonds Reisgelden aan het voucherfonds stelt’ en dat de wijze waarop SGR het voucherfonds had ingericht het tegenovergestelde doel van het fonds bereikt. Met het oog op het feit dat 16 maart moest worden gestart met uitbetalen van vouchers vroeg DTRU om ingrijpen van de minister door onder meer SGR op te dragen het krediet van € 150 miljoen aan te wenden voor het voucherfonds, zodat eventuele vertraging in de goedkeuring van de Europese Commissie er niet toe zou leiden dat diverse reisorganisaties alsnog op korte termijn failliet zouden gaan. De rechter beoordeelde dat de door de Europese Commissie gestelde voorwaarden in de weg staan om de aan SGR verstrekte lening van € 150 miljoen aan te wenden voor de uitbetaling van coronavouchers.

Verder wordt er binnen de reissector al langer gediscussieerd over waarom de evenementensector wel geld krijgt voor geannuleerde evenementen naast de steunfondsen en de reissector tot op heden ‘alleen’ gebruik kan maken van een lening in de vorm van het Voucherfonds naast de steunfondsen. In eerdere vragenuurtjes zou zijn aangegeven dat dit al is aangekaart bij de minister.  Tijdens het digitale gesprek met Keijzer zal haar ook worden voorgelegd om ‘geannuleerde reizen’ te zien als ‘geannuleerde evenementen’.