De Staat hoeft de reisadviezen voor landen buiten de EU niet aan te passen. Drieënvijftig reisorganisaties, die reizen aanbieden buiten de EU, hadden in een kort geding bij de rechtbank Den Haag gevraagd om de reisadviezen aan te passen, omdat zij vinden dat de Staat ten onrechte doet voorkomen alsof reizen buiten de EU vanwege de coronasituatie onveilig is, ook voor reizigers die volledig gevaccineerd zijn.

Volgen de reisorganisaties lijden zij schade, omdat de reizigers hun reisgedrag afstemmen op de adviezen. De rechter oordeelt dat het door het ministerie gemaakt onderscheid tussen landen binnen en buiten de EU misschien niet consequent is, maar dat het daarmee nog niet onrechtmatig is. Volgens de rechter past de keuze om voor de reisadviezen binnen de EU rekening te houden met het vrij verkeer van personen binnen de beleidsruimte die de Staat heeft. De Staat kan in de gegeven (epidemiologische) omstandigheden ook niet worden verplicht om onderscheid te maken tussen gevaccineerde en ongevaccineerde reizigers.

De rechter oordeelt verder dat de Staat bij het geven van reisadviezen voor landen buiten de EU aansluiting mag zoeken bij de EU Veilige Landenlijst, omdat aannemelijk is dat landen op die lijst veiliger zijn dan landen die niet op die lijst staan. Verder stelt de rechter vast dat de Staat heeft erkend dat hij de reisadviezen voor de landen buiten de EU begin november 2021 wilde versoepelen. Dat de Staat in verband met de sterke toename van de besmettings- en opnamecijfers aan dit voornemen geen uitvoering heeft gegeven, is niet onbegrijpelijk.