De officier van justitie in Den Haag heeft vandaag gevangenisstraffen van vijf jaar tot negen maanden en werkstraffen geëist tegen meerdere verdachten van mensensmokkel. Het OM ziet een 67-jarige vrouw uit Leiden als spil van het mensensmokkelnetwerk. Zij wordt ervan verdacht gedurende vier jaar een netwerk te hebben aangestuurd waarbij schijnrelaties werden geregeld voor met name Indiërs die zo naar Nederland werden gehaald. Een reisbureau waar twee zoons van de hoofdverdachte en één van de vrouwen bij betrokken waren, diende volgens de officier van justitie als dekmantel voor haar werkzaamheden. Tegen de 67-jarige vrouw eiste het OM een gevangenisstraf van vijf jaar.
De personen voor wie een schijnrelatie werd geregeld moesten daarvoor tienduizenden euro’s betalen. Hiervoor werden gefingeerde partners die al in Nederland woonden geregeld. Zo hadden zeven van de tien verdachten één of meerdere schijnrelaties op hun naam staan. De personen werden voorzien van papieren, woonden op papier samen en vertelden de IND dat zij een vaste relatie hadden. Hoeveel mensen de afgelopen jaren op deze wijze naar Nederland zijn gekomen is niet bekend, maar het OM vermoedt dat er in ieder geval negen personen op deze wijze naar Nederland zijn gesmokkeld.
De verdachten worden ook verdacht van het witwassen van de opbrengsten van de mensensmokkel. Bij drie verdachten, waaronder de 67-jarige vrouw uit Leiden, zou het gaan om ruim 126.000 euro. Ook wordt de verdachten deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd. De samenwerking tussen de verdachten was gestructureerd, intensief en langdurig, aldus het OM. Het oogmerk van de organisatie was gericht op het smokkelen van mensen, en alle overige strafbare feiten die daar bij komen kijken zoals valsheid in geschrift en het witwassen van verkregen criminele gelden. Het onderzoek startte medio 2009 nadat er bij de politie Hollands Midden o.a. via Meld Misdaad Anoniem, informatie binnenkwam over mogelijke mensensmokkel. Het onderzoek richtte zich in eerste instantie op vier personen, maar gaandeweg kwamen er meer betrokkenen in beeld. De rechtbank doet op 4 april 2011 uitspraak.
