Het RIVM wil strengere inreisregels voor reizigers die van buiten de Europese Unie naar Nederland komen. Het kabinet heeft afgelopen maandag het RIVM gevraagd of zij het noodzakelijk acht aanvullende maatregelen te treffen om de verspreiding van de omikronvariant van het coronavirus tegen te gaan. Daaruit blijkt dat het RIVM strengere regels wil. Het kabinet wil eerst overleggen met andere EU-lidstaten.

Uit een kamerbrief van demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) blijkt dat het RIVM adviseert om van alle reizigers van buiten de EU een negatief testbewijs te vragen op basis van een PCR-test. ‘Deze zou niet langer dan 48 uur voor aankomst in Nederland afgenomen mogen zijn. Indien deze optie niet uitvoerbaar blijkt, dan kan een PCR-test die maximaal 72 uur voor vertrek is afgenomen volstaan indien deze wordt aangevuld met een antigeentest die is afgenomen binnen 24 uur voor vertrek. Deze verplichting zou moeten gelden ongeacht de immuunstatus van de reiziger. Daarnaast adviseert het RIVM een quarantaineplicht op te leggen voor alle reizigers van buiten de EU, tenzij de reiziger gevaccineerd of hersteld is. Tevens adviseert het RIVM alle reizigers op de dag van aankomst een (zelf)test te doen en op dag 5 na aankomst en test bij de GGD.’

Zeerhoogrisicogebied
‘Aangaande reizigers uit landen die zijn aangewezen als zeerhoogrisicogebied adviseert het RIVM dat alle reizigers in bezit moeten zijn van een negatief testbewijs op basis van een PCR-test die maximaal 24 uur voor vertrek is afgenomen. Een alternatief is een negatief testbewijs op basis van een PCR-test die maximaal 48 uur voor vertrek is afgenomen, aangevuld met een negatieve antigeentest die maximaal 24 uur voor vertrek is afgenomen. Daarnaast adviseert het RIVM een quarantaineplicht met een test op de dag van aankomst en op dag 5 na aankomst. Dit advies geldt ongeacht immuunstatus van de reiziger.’

Europese coördinatie
De Jonge: “Voor maatregelen die gelden voor reizigers die vanuit derde landen naar Nederland reizen hecht ik waarde aan Europese coördinatie. Deze maatregelen nemen immers in effectiviteit toe wanneer Europese lidstaten eenzelfde beleid voeren ten aanzien van het inreisbeleid naar de Europese Unie. Ik ben daarom voornemens om mij in Europees verband hard te maken voor een verscherping van inreismaatregelen voor reizigers uit derde landen in lijn met het RIVM-advies. Momenteel vindt in EU-verband, in het kader van de crisisrespons van de Raad (IPCR), frequent overleg plaats over maatregelen naar aanleiding van de opkomst van de omikronvariant. Het kabinet zet in op EU-coördinatie om zoveel mogelijk te voorkomen dat lidstaten verschillende maatregelen nemen ten aanzien van reizigers uit derde landen. Dat is ook van belang in de periode dat wetenschappelijke kennis over deze variant nog niet voldoende voorhanden is en deze variant nog niet wijdverspreid is.”

Testverplichting
De Jonge vult aan: “Conform het advies van het RIVM zal Nederland bij de eerstvolgende gelegenheid pleiten voor het instellen van een testverplichting voor alle reizigers uit derde landen (dus ook voor gevaccineerden) en een quarantaineplicht voor ongevaccineerde of niet-herstelde reizigers. Het kabinet zal op korte termijn informeren over de uitkomsten van deze overleggen. Afgelopen vrijdag hebben de Europese lidstaten besloten om de Europese noodremprocedure in te zetten ten aanzien van reizigers uit derde landen waar de variant in omloop is. Dat betekent dat de lidstaten tijdelijk strikte maatregelen moeten nemen, zoals het instellen van een vliegverbod voor passagiers afkomstig uit bepaalde landen in zuidelijk Afrika. Nederland heeft voor deze landen in zuidelijk Afrika een vliegverbod ingesteld. Daarnaast geldt het EU-inreisverbod voor deze landen, zonder uitzondering voor gevaccineerde reizigers. Ook geldt voor alle reizigers een dubbele testverplichting voor vertrek naar Nederland. Na aankomst geldt een quarantaineplicht. Ook op deze maatregelen zijn gevaccineerde reizigers niet uitgezonderd.”