Wij waren een weekje op Kos, het pittoreske eiland. Niet alleen om vakantie te vieren, maar ook om de stand van zaken aangaande de vluchtelingen te bekijken.

Na twee redelijke dagen sloeg het weer om en vakantie in de regen is een ramp. Al morrend en mopperend trokken wij in onze huurauto over het eiland. Af en toe zagen wij in de regio Kos-stad een verdwaalde rubberboot en wat zwemvesten op het strand.

Aangekomen in Kos-stad, waar de wegen net voor onze aankomst veranderd waren in woest kolkende stromen, was er onze eerste confrontatie met de vluchtelingen. Diepe schaamte maakte zich van mij meester, hoe durf ik zo te mopperen op het weer.

In een tentje op het strand zit een gezinnetje met een, naar ik schat, vierjarig meisje troosteloos te wachten tot het weer een beetje beter wordt. Heel confronterend en voor veel mensen de reden om maar niet meer naar Kos te gaan.

Uiteraard is er twee kilometer verder niets meer te merken van de ellende die zich er afspeelt. Op de terrassen van Kos-stad is het business as usual, maar alleen veel minder dan normaal.

Als je het niet wilt zien, is dat ook helemaal niet nodig. Alleen rond Kos-stad zijn er sporen van de volksverhuizing, verder is er op het eiland niets van te merken.

Wegblijven van Kos is geen optie, na een seizoen van crisis en vluchtelingen staat het water de lokale middenstand aan de lippen. En wellicht is het juist goed om het topje van de vluchtelingen-ijsberg eens in levende lijve te zien.

Wat ons betrof hebben wij twee paraplu’s gekocht, helemaal niet meer gemopperd en genoten van onze vakantie.

Tom van Apeldoorn
tom@travelpro.nl