Wie heeft er niet over gehoord? De Super League, waarmee twaalf Europese topclubs zich probeerden los te maken van de competities waarin zij speelden én waarmee die clubs in ieder geval héél véél geld konden verdienen. Wat als zoiets in de reiswereld zou gebeuren of gebeurt het al?

Stel dat er grote (Nederlandse) reisbedrijven zijn, die net als die grote voetbalclubs de visie delen dat er structurele hervormingen in de reiswereld noodzakelijk zijn (lees; meer geld willen verdienen). Ze bedenken natuurlijk redenen die misschien wel goed vallen. ‘We doen dit om de financiële situatie van de reissector te verbeteren’ en ‘dit moet worden gedaan om meer consumenten de mogelijkheid te bieden om kwalitatief betere en duurzamere vakanties te bieden’.

Er zijn voorbeelden van clubs die ooit groot waren, maar het kampioenschap nooit meer zullen winnen. Wat te denken van Sparta Rotterdam, in 1958/1959 nog kampioen van de Eredivisie, een succes dat nooit meer werd geëvenaard. Overigens nu een keurige elfde plek. Zouden we over 60 jaar ook zo schrijven over de ‘kampioenen’ van de reiswereld in de jaren ’20 van de 21e eeuw? Groot zijn geeft geen garanties voor de toekomst, helemaal niet in de reiswereld. De voorbeelden liggen, heel actueel zelfs, voor het oprapen.

Op Radio 5 is het deze week de week van de jaren ’60 (tip voor de liefhebbers). Jaren waarin menig heilig huisje omviel. Het heilige huisje van de voetbalwereld leek deze week te wankelen, maar hoe zit dat met de heilige huisjes in de reissector? Wat als de grootste twaalf partijen uit de ANVR stappen en een eigen belangenvereniging oprichtte? Als ze er net als die voetbalclubs achter zouden komen dat het toch niet zo’n goed idee was, zou de ANVR ze dan alsnog weer in de armen sluiten?

Overigens, er zijn natuurlijk veel meer situaties waarin je de Super League ook kan toepassen in de reiswereld. Wat dacht je ervan als de twaalf grootste clubs uit de SGR stappen. Of als de twaalf grootste clubs niet meer naar de Vakantiebeurs komen? Wat als de twaalf grootste clubs uit de IATA stappen? Hoe klein wordt de VvKR als de twaalf grootste clubs eruit stappen?

Een ‘Super League’ in de Nederlandse reiswereld? Ik denk eerder aan een Europese en wereldwijde  ‘Super Travel League’. Volgens mij zitten we middenin het ontstaan van nieuwe ‘leagues’ en grotere clubs in de reiswereld. Wie maakt welke keuzes en blijken het achteraf de goede keuzes te zijn?

Hebben ‘supporters’ van reisclubs net zoveel gevoel bij reisclubs als dat ze dat hebben bij hun favoriete voetbal-, korfbal-, dans-, volleybal- of hockeyclub? Keren zij zich af wanneer hun reisclub ervoor kiest groter te worden, wanneer hun reisclub kiest voor het grote geld? Gaan ze dan de straat op met spandoeken waarop staat ‘fans before finance’, ‘travel belongs to us’ of ‘no fans = no club’? Vragen jullie je ook af welke ideeën, welke manier van reizen supporters van reisclubs gaan omarmen en van welke ideeën ze zich gaan afkeren?

Arjen Lutgendorff
arjen@travelpro.nl