Bijna twintig maanden zonder inkomsten en voor de meeste reisorganisaties gespecialiseerd in kleinschalig toerisme ook praktisch zonder overheidssteun. Terwijl gedupeerde reizigers door deze zelfde reisorganisaties inmiddels schadeloos zijn gesteld. Het voelt én is oneerlijk. De kleinschalige reisorganisaties vinden dat nu besloten is dat de generieke steun afgebouwd gaat worden het tijd is voor sectorspecifieke hulp.

“Na twintig maanden heeft de regering nog steeds niet ingezien dat twintig maanden zonder omzet, maar wel met veel omboekings- en annuleringskosten het absoluut onmogelijk is zonder sectorspecifieke steun,” zegt voorzitter Ton Brinkman van de Vereniging van Kleinschalige Reisorganisaties (VvKR). “Meer dan tachtig procent van onze leden hebben geen Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) ontvangen. Dat is de uitkomst van een recent gehouden enquête onder onze meer dan 400 leden tellende brancheorganisatie VvKR. Dit komt omdat zij vaak vanuit huis werken en geen aparte entree hebben voor hun kantoor. Daar zit het probleem! Bovendien is voor veel van onze leden deze nachtmerrie nog lang niet voorbij, want voor onze verre reizenspecialisten (60% van ons ledenbestand) zal het nog vele maanden duren voordat zij weer aan de slag kunnen en omzet kunnen maken.”

‘We zijn een vergeten groep’
“We zijn een vergeten groep.”, aldus Ton Brinkman, “Het is logisch nu het in Nederland economisch weer beter gaat dat de steunmaatregelen worden afgeschaald, maar er zijn nog steeds gesloten branches waaronder de verre reizen specialisten van VvKR.” Het is daarom volgens Brinkman nu tijd dat de overheid voor deze sectoren met sector specifieke steun komt. Geen ingewikkelde regelingen zodat de RVO het niet kan uitvoeren, maar simpele en rechtvaardige ondersteuning.

‘Ministerie begrijpt het niet’
De reizen die kleinschalige reisorganisaties organiseren zijn vaak maatwerk, hierdoor betalen zij hun inkoopkosten veelal vooraf, dit in tegenstelling tot grote reisorganisaties die achteraf betalen.
“Vanwege een weeffout in de EU-richtlijn pakketreizen komen deze inkoopkosten nu volledig voor rekening van deze kleinschalige reisorganisaties, terwijl de consument volgens dezelfde richtlijn wel recht heeft op terugbetaling,” legt Brinkman uit.

Vanaf het tweede kwartaal van 2020 is de branchevereniging VvKR al aan het lobbyen bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor branchespecifieke steun.

Brinkman: “Steeds opnieuw is categorisch geweigerd om met steun over de brug te komen. Met name het ontbreken van een aparte bedrijfsingang staat de vergoeding via de TVL in de weg. Onbekendheid met de branche en het niet willen begrijpen van de specifieke problematiek door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zal veel reisondernemers in de problemen brengen.”

‘Twee jaar zonder omzet’
VvKR pleit ervoor dat er zo spoedig mogelijk een departement voor Toerisme komt, want toerisme is een sector die groter is dan menig andere bedrijfssector in Nederland en is goed voor vele honderdduizenden banen. VvKR is gematigd positief over de toekomst van de reisbranche op korte termijn nu de Nederlandse overheid voor steeds meer landen de
reisadviezen verandert. Brinkman: “Echter voor meer dan de helft van onze 400 leden die gespecialiseerd zijn in verre landen zal het nog wel tot het 2e kwartaal 2022 duren, voordat zij weer redelijke omzetten kunnen draaien. Dat betekent dat ze dan bijna 2 jaar geen omzet hebben kunnen realiseren.” Kleinschalig toerisme, de specialiteit van de leden van VvKR, in combinatie met de toenemende belangstelling voor duurzaam reizen zal absoluut de toekomst zijn, daar is Brinkman van overtuigd.