De één moet er niet aan denken, die doet het liefst zo min mogelijk tijdens zijn vakantie, terwijl het voor de ander niet actief genoeg kan zijn…
Anne de Valk (ZRA bij TUI at Home) liep de Laugavegur Trail in IJsland. “Het was een grote wens van mij om eens een meerdaagse wandeling te maken, een huttentocht met een echte stoere rugzak. Na wat speurwerk vond ik de Laugavegur Trail in IJsland. Zelfs al doe je nog zo je best om dit woord goed uit te spreken, er is geen IJslander die je uitspraak zal begrijpen. IJslands is een erg moeilijke taal. Geen zorgen, de mensen daar spreken allemaal perfect Engels. Maar een meerdaagse huttentocht in IJsland, zou dat wat voor mij zijn?”
Kamp
“Deze trail komt op ieder lijstje van populaire hikes voor en kan zich meten met de bekende Milford track in Nieuw-Zeeland of de Inca trail in Peru. Maar waarom zou je zo ver weggaan als je op drie uur vliegen deze schitterende hike in IJsland kan maken? De wandeling is 54 kilometer, sommige mensen doen ‘m in twee dagen, maar wij volgen braaf het advies en trekken er vier dagen/drie nachten voor uit, plus een bonusnacht in de laatste hut. Om niet in de knel te komen met de vluchten is het raadzaam om voor- en achteraf een nacht in de hoofdstad van IJsland, Reykjavik, te verblijven. Dit betekent dat de vierdaagse trip zeven dagen gaat duren, samen met een vriendin ga ik het echt doen: we gaan de Laugavegur Trail lopen, een heuse huttentocht! De laatste keer dat ik op een slaapzaal sliep, was op schoolkamp. Het is ook al tientallen jaren geleden dat ik met een rugzak de wereld verkende, en toen hoefde ik niet eens mijn eigen eten mee te sjouwen. Het wordt een spannende hike in meerdere opzichten dus.”
Gewoon doen
Anne: “Soms moet je niet teveel nadenken en gewoon doen. De hutten voor de Laugavegur Trail hebben we maanden vooraf geregeld rechtstreeks in IJsland. Dat is een must, vanwege de populariteit van deze huttentocht en de beperkte capaciteit zijn ze snel volgeboekt. Als je het leuk vind, kan je ook met een tentje naast de hut kamperen. Tijdens het inlezen, lees ik dingen als: neem een GPS en een kompas mee, volg de markeringen zodat je niet verdwaalt, geen douchegelegenheid bij de eerste hut, neem je afval mee, geen wifi… het wordt steeds spannender. ’s Morgensvroeg gaan we met de bus vanuit Reykjavik naar ons beginpunt, Landmannalaugar. Onderweg verandert het landschap langzaam. Het wordt leger en leger, woest en kaal. We gaan op pad, glibberend en glijdend over het eerste stuk. Als we achterom kijken worden we stil, zo’n mooie regenboog hebben we nog nooit gezien. Twee uur later hebben we zon, regen, wind en hagel te pakken en dat blijft zo de hele dag. Het IJslandse landschap is prachtig en door al die verschillende weerstypen verandert dit continu. Door de striemende wind in combinatie met hagel is het zicht erg slecht en lopen we van paaltje naar paaltje. Er is nergens een oriëntatiepunt. Alleen heuvels en dalen en de oranje paaltjes die de weg aangeven.”
De eerste hut
Anne vertelt verder: “Het is mistig en het wordt al schemerig, maar eindelijk zien we dan de lichtjes van de eerste hut. Het is er een drukte van belang. Er zijn grote slaapzalen, je mag zelf een plek kiezen en ik hoop maar dat ik als eerste in slaap val. De keuken is voor iedereen vrij te gebruiken, dus we kunnen ons ‘adventure food’ klaarmaken. De sfeer is ontspannen, er is geen tv of wifi, dus iedereen is gewoon in het moment: lezen, puzzelen, kaarten of een ander spelletje, en met elkaar kletsen. Het is even wennen, maar al snel is dit een van de dingen die ons het meest bijblijft: de heerlijke ontspannen sfeer. De mensen komen overal ter wereld vandaan, en dat vind ik altijd reuze interessant: India, Amerika, België, Zuid-Amerika, Frankrijk, Israël, Canada, Australië en Nederland. Iedereen loopt in dezelfde outdoor-kleding en daardoor vallen alle rangen en standen weg. We gaan de volgende ochtend vroeg op pad.”
In trek
Anne: “Hiken in IJsland is mateloos genieten. Het weer maakt ons niks uit, het verandert te snel om je daar druk over te maken. De natuur is zo onvoorstelbaar mooi. We lopen over sneeuwwitte vlaktes, langs stinkende dampende zwavelgaten, door schitterende groene valleien, over kilometerslange zwarte lavavelden. We maken veel foto’s, maar de stilte en het uitzicht zijn absoluut niet in foto’s te vangen. Na een paar dagen komen we aan in de laatste hut. We zijn inmiddels helemaal gewend aan het slapen tussen wildvreemden. Wat zijn we trots op onszelf, we hebben het toch maar mooi gedaan. Een klein smetje op onze monsterprestatie: de beheerder van de laatste hut vertelt dat deze tocht ook als ultramarathon wordt gerend, de snelste persoon doet dat in 4.15 uur. Pfff, uitslover…”
Wil je meer lezen over actieve vakanties? Klik dan hieronder.