Terwijl je op vakantie bent (geweest), laait in Nederland de discussie op over woordspelingen (door de Allah’s afbakbar op de Zwarte Cross). De reisbranche leent zich natuurlijk fantastisch voor woordspelingen, zoals Mekkermann (reisorganisatie voor zeurpieten), rijsbureau (reisbureau voor reizen naar opkomende toeristenlanden) of boekingskotsen (niet goed worden van de verborgen extra kosten)… Benieuwd welke van de onderstaande woordspelingen van toepassing zijn op jullie (vakantie) of op iemand of een bedrijf dat je kent.

Verrekdatum: Wat! gaan we morgen al? OoohhhAD: reisorganisatie waar men traag van begrip is. Pub Med reizen: van de ene naar de andere kroeg. Corendönner: voor de kebab-liefhebbers. De Jong Infra Vakanties: je eigen route aanleggen. Cup D-Reizen: exclusief voor deze doelgroep. Wherebnb: onvindbare airbnb. Ietsvakantie: hard werken, maar toch een beetje vakantie.

Reisborganisatie: eerst een borg storten voor je vakantie mag vieren. Fall inclusive: zomer én herfstvakantie ineen. Tall inclusive: een vakantie met alles erop en eraan speciaal voor grote mensen. Toss-cane: vakantiebestemming die is bepaald na kop of munt. Klemping. Luxe maar kleine kampeermethode voor veeeel geld.

Stoeiardes: vriendin van de piloot. Deceptionist: een baliemedewerker waar je met al je vakantiefrustraties terecht kunt. Sjokbrood: Op je slippers naar de lokale bakker voor stokbrood. Campingbetje: kleine weddenschap tussen campinggasten.

Bietsvakantie: mag weinig kosten. Kakantie. Dat andere eten heeft z’n effect. Zoevenir: een vakantie die je zo snel mogelijk wilt vergeten. Benidarm – aandoening als gevolg van eenzijdig toeristendieet. Nudistelcamping – Camping waar je jezelf zonder kleren, aan lastig onkruid zal bezeren. Swamping: Camperen in moerasachtig gebied. Bakkantie: vakantie naar zon en strand. Wall-inclusive: vakantiepark op de grens van Mexico en de VS. Leurhut: caravan die je aan de straatstenen niet kwijt kunt.

Koerist: reiziger verkleed als duif. Af en toerist: iemand die incidenteel reist. Loeristen: vakantiegangers die kijke kijke, niet kope. Barbiecuen: lekker lang in de zon liggen bakken voor een overdreven bruine teint. Cote d’Azurpruim- toerist die nergens weet te genieten.

Zwart zaaddag: wanneer je aan het einde van je geld nog vakantie over hebt. Offer: helaas past niet alles in je koffer. Slopende band: je bagage komt nooit ongeschonden aan. Passport: de sport zoveel mogelijk bagage in de kofferbak te proppen. Pays-Bah, Nederland zodra je in Frankrijk bent. Snurkelen: overdreven geluiden maken in het zwembad. Krijsverzekering: geeft vergoeding bij te veel herrie. Ghostess: spookachtige gastvrouw. Beziensaardigheid: loont eigenlijk niet de moeite, maar is ook niet helemaal verkeerd. Ode Rood: lofzang op de zomer.

Benieuwd welke woordspelingen we gaan terugzien in de marketingcampagnes. Ps. Geen enkele kwam uit eigen koker, alle credits aan social medialisten. Ja, ik heb ook een beetje vakantie. Oh, en jullie mogen de lijst natuurlijk aanvullen. Hasta la pasta!

Arjen Lutgendorff
arjen@travelpro.nl