De Rabobank hoeft de familie Ter Haar, de oud-eigenaren van het failliete Oad Reizen, geen schadevergoeding te betalen. Dat blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad vrijdag.
Eerder ving de familie bot bij de rechtbank in Utrecht en het gerechtshof in Arnhem. De procureur-generaal bij de Hoge Raad liet eind april dit jaar weten dat hij vindt dat Rabobank in 2013 niet onrechtmatig heeft gehandeld rond het faillissement van Oad. De Hoge Raad is nu meegegaan in zijn uitspraak.
De familie Ter Haar eiste 71 miljoen euro van de bank, omdat die de reisorganisatie uit Holten ten onrechte failliet zou hebben laten gaan. Dat faillissement dateert van 2013. Sinds die tijd probeert de familie Ter Haar al de schuld van de ondergang van zijn bedrijf bij de Rabobank te leggen.
De Rabobank, de huisbankier van Oad, zegde in 2013 de kredietrelatie op, waarna het faillissement van Oad onontkoombaar was. Oad verwijt de bank deze weigeringsbeslissing. Zowel de rechtbank als het hof wezen de (schade)vorderingen van Oad af. De Rabobank mocht verlenging van het krediet weigeren. En bovendien is niet komen vast te staan dat (uitsluitend) die weigering het faillissement heeft veroorzaakt. De Hoge Raad zegt nu dat het zich daarin kan vinden en volgt het standpunt van de procureur-generaal.
Reactie familie Ter Haar
De familie Ter Haar, aandeelhouder van het voormalige familiebedrijf Oad, zegt in een reactie te hebben kennisgenomen van het arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2025.
‘De Raad heeft het cassatieberoep in de zaak tegen Rabobank verworpen, waarmee na twaalf jaar juridische strijd het boek definitief wordt gesloten. Hoewel wij de uitkomst vanzelfsprekend respecteren, betreuren wij ten zeerste dat de Hoge Raad – als hoogste rechtsorgaan in ons land – deze principiële zaak heeft afgedaan zonder motivering. Gezien de maatschappelijke en juridische relevantie van deze zaak, hadden wij en velen met ons een inhoudelijke beoordeling verwacht.
De kernvraag – of een bank zonder deugdelijke reden een kort uitstel mag weigeren aan een in de kern gezond bedrijf en of dat niet in strijd is met haar zorgplicht – blijft daarmee onbeantwoord. Juist in een tijd waarin vertrouwen in financiële instellingen onder druk staat, is duidelijkheid over de grenzen van bancaire zorgplicht essentieel. Een gemotiveerde uitspraak had niet alleen ons, maar ook vele andere ondernemers kunnen helpen.
Wij willen onze grote waardering uitspreken voor de honderden voormalige medewerkers van Oad, alsook de vele ondernemers en betrokkenen die ons de afgelopen jaren zijn blijven steunen. Hun betrokkenheid, steun en vertrouwen zijn voor ons van onschatbare waarde geweest.
Met deze uitspraak komt er formeel een einde aan een lange juridische weg. De herinnering aan Oad als betrokken, betrouwbaar en toonaangevend reisbedrijf blijft. Net als onze dankbaarheid aan allen die dat mede mogelijk maakten.’
Foto: de familie Ter Haar (Archieffoto Travelpro).
Eén reactie
Ja het artikel van Theo de Reus geeft zo duidelijk weer dat de Hoge Raad zich niet verdiept heeft in de kwestie. Dat is formeel ook logisch want cassatie betreft niet de inhoudelijkhrid van de zaak, maar de vorm van het proces.
Natuurlijk blijf ik achter met een onbevredigd gevoel. De slag was al eerder verloren (RB) en dat was doodzonde.