De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat de beslissing van het gerechtshof Amsterdam, waarin werd toegestaan dat de Nederlandse Staat twee maatregelen zou nemen om de geluidshinder van Schiphol te verminderen, niet gehandhaafd blijft. Volgens Europese regels moeten deze maatregelen een procedure van evenwichtige aanpak, ook wel de ‘balanced approach’, volgen.
Het kabinet had besloten om de geluidsnormen te verstrengen om omwonenden van Schiphol beter te beschermen tegen geluidsoverlast. Hiervoor werden twee maatregelen aangekondigd. De eerste maatregel is de invoering van een tijdelijke experimenteerregeling, die onder andere een maximum van 460.000 vliegtuigbewegingen als norm stelt. De tweede maatregel houdt in dat het gedogen van overtredingen zou stoppen. In de tussentijd zou er gewerkt worden aan een nieuwe wettelijke regeling.
Evenwichtige aanpak
Afgelopen jaar hebben rechters meerdere keren beoordeeld of de overheid correct heeft gehandeld bij het verminderen van het maximaal aantal vluchten op Schiphol. In 2022 besloot het vorige kabinet deze maatregel in te voeren om de geluidshinder voor omwonenden te beperken. Schiphol accepteerde dit besluit, maar luchtvaartmaatschappijen en de luchtvaartkoepel IATA niet. Zij stapten naar de rechter. Volgens de luchtvaartsector had toenmalig minister Mark Harbers van Infrastructuur dit besluit niet mogen nemen zonder de ‘evenwichtige aanpak’ toe te passen.
Oordeel
Aanvankelijk oordeelde de rechter dat de Staat de Europese regels had moeten volgen. In beroep gaf het gerechtshof de overheid gelijk, omdat het om een tijdelijke beperking van het aantal vluchten ging. Nu heeft de Hoge Raad echter, na cassatie door de luchtvaartpartijen, geoordeeld dat de Staat die procedures toch beter had moeten doorlopen. Ook voor een tijdelijk besluit is dit noodzakelijk.
Lees ook: