Achttien passagiers die een claim indienden aangezien zij met 4,5 uur vertraging vertrokken vanuit Barcelona naar Schiphol, doordat de bemanningsleden van de oorspronkelijke vlucht zo aangeslagen waren na de mishandeling van hun gezagvoerder na aankomst in Barcelona (door twee passagiers van de vlucht Schiphol – Barcelona) dat zij de veiligheid van de passagiers niet konden garanderen, zijn in het gelijk gesteld door de rechtbank. Daardoor moet Transavia een schadevergoeding betalen voor de geleden vertraging.

De luchtvaartmaatschappij heeft laten weten het vonnis van de rechter “onbegrijpelijk” te vinden en vindt dat de rechter hiermee aangeeft dat agressie onderdeel is van het dagelijks werk. “Agressie is onacceptabel en we verwachten dat de overheid onze bemanning in bescherming neemt”, aldus de airline.

Volgens Transavia misdroegen de passagiers aan boord van de vlucht naar Barcelona zich ernstig gedurende en na afloop van de vlucht. Zo zouden zij tijdens de landing meerdere keren zijn opgestaan, luisterden niet naar aanwijzingen van de crew en hebben de crew hevig geïntimideerd.

Ook na aankomst in Barcelona ging het mis, nadat de desbetreffende passagiers niet wilde meewerken aan het vastleggen van hun identiteit voor een reisrestrictie door de gezagvoerder. Nadat de politie werd ingeschakeld probeerden de passagiers zo snel mogelijk de gate te verlaten. De gezagvoerder, die hen volgde, werd vervolgens door de passagiers mishandeld door hem te bespugen, te slaan, te stompen en te schoppen waardoor hij lichte verwondingen opliep (een bloedneus en een snee op de neus).

Transavia laat in een verklaring weten dat het gedrag van de betreffende passagiers gedurende en na de vlucht dusdanig ernstig en intimiderend was voor de crew, dat deze na het incident heeft geoordeeld dat zij de (onderhavige) navolgende terugvlucht HV 5134 en hun veiligheidstaken daarin niet meer verantwoord kon uitvoeren. Er was dus sprake van een onverwacht vliegveiligheidsprobleem voor de terugvlucht waarop de crew ‘off-duty’ in een leeg toestel terug naar Amsterdam gevlogen.

‘Zowel het incident zelf als de gevolgen hiervan, een mishandelde captain en een aangeslagen crew, zijn niet inherent aan de normale uitoefening van de activiteiten van Transavia en hadden door Transavia ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen kunnen worden. Van Transavia kan niet worden verwacht dat zij op een buitenstation een extra crew stand-by heeft staan om de navolgende vlucht uit te voeren’, zo laat de luchtvaartmaatschappij eveneens weten.

Volgens de airline heeft het bovendien al het redelijkerwijs mogelijke gedaan om de ontstane vertraging zo beperkt mogelijk te houden door een andere vlucht speciaal naar Barcelona laten uitwijken en heeft de passagiers omgeboekt naar deze vlucht. Ook als Transavia geen rekening zou hebben gehouden met de regels van vliegveiligheid en met de aangeslagen crew zou zijn gaan vliegen, hadden de passagiers derhalve meer dan drie uur vertraging ondervonden als gevolg van het incident in Barcelona, zo staat te lezen in de verklaring van Transavia.

Vanaf 23 juli 2015 hebben de vertraagde passagiers Transavia aangeschreven tot betaling van een gestandaardiseerde compensatie op grond van Verordening (EG) nr. 261/2004, maar Transavia liet hen destijds al weten geen compensatie te willen geven aangezien er volgens de airline sprake was van een buitengewone omstandigheid.

De rechter heeft in zijn uitspraak laten weten dat de aanwezigheid van ‘unruly passengers’ (onhandelbare passagiers) die zich niet aan de regels houden, aanwijzingen van de crew negeren en zich mogelijk intimiderend gedragen op zichzelf inherent zijn aan de normale activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. ‘Crewleden ontvangen hiervoor instructies en training. Zo is ook in het ‘Operations Manual’ van Transavia een handleiding opgenomen hoe om te gaan met ‘unruly passengers’, aldus de rechter.

Het incident waarop Transavia zich beroept, heeft plaatsgevonden buiten het toestel. De rechter is van oordeel dat het moge zijn dat de captain de instructie heeft om ten behoeve van de aangifte en registratie de gegevens van deze ‘unruly passengers’ op te nemen, maar dat betekent volgens de rechter nog niet dat de captain achter de ‘unruly passengers’ dient aan te gaan als deze ervandoor gaan en het toestel verlaten.

In de uitspraak staat te lezen: Gesteld noch gebleken is dat dit een instructie is die de captain moest opvolgen. Niet alleen is het aanhouden van dergelijke passagiers op de luchthaven een taak van de lokale autoriteiten, zij zijn daartoe ook beter geëquipeerd en getraind. In dat kader overweegt de kantonrechter nog dat Transavia, in reactie op het daaromtrent door de passagiers gestelde, niet althans onvoldoende heeft onderbouwd waarom het niet mogelijk was de ‘unruly passengers’ middels de passagierslijst en de hen toegewezen stoelen te identificeren. De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat in dit geval sprake is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van de Verordening. Het verweer faalt dan ook. Transavia is dan ook gehouden de passagiers te compenseren in verband met de vertraging van de vlucht.