Eindelijk, vakantie! Na in anderhalf jaar drie reizen geannuleerd te hebben, voelde het bijna ongeloofwaardig om dan toch op roadtrip te gaan in Europa. Ik zal de enige niet zijn die zachtjes in zijn wang geknepen heeft om het toch echt te geloven Va-fucking-kantie! Eindelijk.

Het doel was simpel: zeven landen bezoeken in zeven dagen. Te beginnen in Amsterdam, via een croque-monsieur in België naar de Duitse Eifel om te zwemmen in een vulkaanmeer, dan lekker shoppen in Luxemburg-stad naar lekker eten in de Franse Elzas, vervolgens via de Zeppelin-hanger (met vlucht!) aan noordkant van de Bodensee naar het fraaie kunstmuseum van Liechtenstein, op naar het Oostenrijkse Bregenz met haar prachtige zomerfeesten, en weer terug naar de Duitse Pfalz om wijn te kopen om uiteindelijk te eindigen in good old Mokum. De vraag was vooral: werd dit een administratieve nachtmerrie met covid-id’s, inreisbewijzen, PCR-testen en Onze-Lieve-Heer mag het allemaal weten wat je tegenwoordig moet weten om op reis te gaan? Ik had een hele mooie Duitse leenauto ter beschikking, met open dak, en we waren klaar voor het avontuur.

Dat wil zeggen, pas na de voorbereiding van een uiteindelijk simpel stukje rijden. De reisapp van BuZa leverde al vele nerveuze pushberichten op. Het was al met al best een chaotische boel waar zelfs de boekhouder van de Napolitaanse maffia in de war raakt. Omdat in de week voor vertrek Nederland op donkerrood ging, moesten we last minute ons ook nog bij Duitsland bekendmaken via einreiseanmeldung.de. Voor Frankrijk moest ik alvast iets uitprinten – maar verder niet digitaal opsturen – waar ik op het leven van mijn poezen moest zweren dat ik eerlijk zou zijn over mijn gezondheid et cetera, twee onnodige A4’tjes die verder tot thuiskomst in mijn papierenmap bleven zitten.

Afijn, in een notendop: nergens corona-app-controle aan de grens, sec in sommige hotels en bij twee activiteiten (die het zeer duidelijk van tevoren hadden gecommuniceerd) werd er om het bekende vaccinatiebewijs (ik) of herstelbewijs (mijn dochter) gevraagd. Het reizen ging prima en vol vertrouwen. Niet dat alles goed ging, dat ook weer niet, het blijft vakantie en dat maakt het juist leuk. Ik had het Duitse formulier voor de eerste heenreis keurig gedaan, maar hoe lang was dit eigenlijk geldig? Moest ik dat na het bezoeken van vijf extra landen opeens weer invullen? Ik vermoedde van wel, maar kreeg dat vermoeden uit het niets en vooral rijkelijk laat. Namelijk net over de Oostenrijks-Duitse grens verscheen de groen-witte bolide van de Duitse politie en knipperden de rode LCD-letters dat ik deze moest volgen. Een minuut later stonden we bij aan afrit van de snelweg. In dat soort gevallen denk ik niet helder na en gaat het vooral alle kanten op. Wat had ik fout gedaan? O ja, shit, het inreisbiljet! Of had ik te hard gereden? Nee, dat kon daar niet! Was het wel echte politie? Wilden ze mijn geld? Ik zag onze chique leencabrio een dag later al rondrijden in de slechtere wijken van Tirana. Moest ik uitstappen of zouden ze dan gaan schieten? Ik kijk veel Netflix, het kon alle kanten op.

Een paar uur later aan de flammkuchen en door de Riesling was het al snel een mooi verhaal. Dat ze ons vroegen waar we eerder waren geweest, wat we hadden gekocht, en of we meer dan 10.000 euro cash bij ons hadden (hahaha, as if). Niets covid-bewijs of inreisformulier, gewoon even kijken of mijn kortgeschoren Joegoslavische uitsmijters-kop wel bij die prachtige, maar dure auto hoorde. Kijk, dat zijn de verhalen die je niet snel vergeet, dat geeft de vakantie net even dat beetje meer. Dat ze ons daarvoor aanzagen. Cool!

Maar concluderend: gaat u lekker, met een beetje voorbereiding, op autovakantie! Neem de familie vooral mee. En smokkel desnoods wat chocolade of misschien een extra doosje wijn, maar anders zou ik het toch afraden.

Tijn Kramer
Tijn.kramer@travmedia.nl