KLM Groep heeft in het eerste kwartaal van 2023 een omzet gerealiseerd van € 2,522 miljard vergeleken met € 1,903 miljard in dezelfde periode in 2022. Tegelijkertijd hadden we te maken met hogere kosten. Het operationele verlies bedroeg mede hierdoor € 128 miljoen.
Door de rust in de operatie terug te brengen en investeringen te doen in het product, zoals Premium Comfort en wifi op de Europese vloot, kreeg KLM een hogere klantwaardering.
Ondanks dat de winterperiode voor de luchtvaart laagseizoen is, bleef de vraag naar vliegtickets relatief sterk – mensen willen blijven reizen. Dat zag KLM naar eigen zeggen in het eerste kwartaal terug in de opbrengsten per vliegticket.
De klantwaardering (NPS) was 45 in het eerste kwartaal. Dit is een verbetering met de score van 37 voor geheel 2022, toen klanten te maken kregen met lange wachtrijen en vluchtwijzigingen en -annuleringen als gevolg van personeelstekorten.
“De afgelopen tijd heeft voor KLM in het teken gestaan van een stabiele vluchtuitvoering. We hebben vijfhonderd nieuwe collega’s aangenomen op de grond en plannen minder vluchten in als dat vanwege de bezetting nodig is. Dat zorgt voor een lagere werkdruk en voor zekerheid bij klanten. Ik ben blij om te zien dat onze klanten dat merken en waarderen. Ook de verbeteringen in ons product aan boord kunnen rekenen op positieve reacties van passagiers. We blijven hier de komende tijd natuurlijk in investeren”, aldus Marjan Rinter (CEO KLM).
KLM noteerde in het eerste kwartaal van 2023 een operationeel verlies van €128 miljoen vergeleken met een operationele winst van €3 miljoen in het eerste kwartaal van 2022, toen KLM nog een NOW-bijdrage van de overheid van €140 miljoen ontving.
Voor KLM stond de start van het nieuwe jaar in het teken van beheersing van de capaciteit. We pasten het aantal vluchten aan aan het aantal beschikbare medewerkers, op Schiphol en bij KLM zelf. Daarnaast duurde de levering van onderdelen langer dan normaal en was de operationele inzetbaarheid van de Embraer E2-vliegtuigen lager dan verwacht. De totale capaciteit (intercontinentale en Europese vluchten) bedroeg daardoor ongeveer 88 procent vergeleken met 2019.
“In deze kwartaalcijfers zien we een aantal ontwikkelingen terug. De prijs van kerosine was hoog in het eerste kwartaal van het jaar, de vlootbenutting was lager dan verwacht en we merkten nog steeds het effect van de krappe arbeidsmarkt, zowel bij de security op Schiphol als bij onszelf. Daardoor konden we minder vluchten uitvoeren dan waar vraag naar was vanuit onze klanten. Richting de zomer verwachten we dat we de capaciteit verder kunnen verhogen”, aldus Erik Swelheim (CFO KLM).
KLM vervoerde in totaal 7,8 miljoen passagiers waarvan 6,3 miljoen KLM en 1,5 miljoen Transavia. De resultaten van Transavia werden met name beïnvloed door de limiet aan het aantal lokaal opstappende passagiers op Schiphol. Vracht had te maken met een wat lagere vraag dan in het eerste kwartaal van vorig jaar. Daardoor daalden de inkomsten van zowel het vrachtvervoer op passagiersvluchten als die op de vrachttoestellen. Bij Engineering & Maintenance hielden de problemen in de supply chain aan, waardoor onderdelen langer op zich lieten wachten.
