Het Gerechtshof Amsterdam heeft vandaag alle vorderingen van Corendon afgewezen en Sunweb Group op alle punten gelijk gegeven. Sunweb Group hoeft de overname van Corendon niet voort te zetten. Dat is de uitkomst van het hoger beroep dat Corendon instelde tegen een vonnis van de kortgedingrechter in Amsterdam. De rechtbank heeft dinsdag uitspraak gedaan.

In 2019 heeft Corendon Holiday aan Sunscreen (Sunscreen is de houdstermaatschappij van Sunweb Group, red.) alle aandelen in Corendon Holding verkocht voor een koopprijs van (in beginsel) €146 miljoen. De koopovereenkomst bepaalt dat levering van de aandelen tegen het voldoen van de koopprijs alleen zal plaatsvinden als aan een aantal (opschortende) voorwaarden is voldaan. Volgens Corendon Holiday is aan die voorwaarden voldaan.

Corendon Holidays vordert in dit kort geding onder meer dat Sunscreen meewerkt aan de overdracht van de aandelen en de koopprijs betaalt. Sunscreen meent dat niet is voldaan aan één opschortende voorwaarde, zodat zij de aandelen niet hoeft af te nemen en de koopprijs niet hoeft te betalen. Het hof moet beoordelen of voldoende aannemelijk is dat aan de bewuste opschortende voorwaarde is voldaan en, zo ja, of een afweging van de over en weer betrokken belangen rechtvaardigt dat in kort geding een bevel wordt gegeven om de koopovereenkomst uit te voeren. Een van die opschortende voorwaarden houdt in dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) twee schriftelijke bevestigingen geeft over de gevolgen van de overname voor de luchtvaartmaatschappij van Corendon. Sunscreen meent dat daaraan niet is voldaan en heeft de overname-overeenkomst opgezegd.

Volgens het gerechtshof Amsterdam is er een reële mogelijkheid dat Sunscreen zich in een zogenoemde bodemprocedure met succes zal kunnen beroepen op het niet vervuld zijn van deze opschortende voorwaarde. Met name is onduidelijk gebleken of de ILT schriftelijk heeft bevestigd dat als gevolg van de overname geen nieuw bedrijfsplan bij haar hoeft te worden ingediend. De correspondentie met de ILT laat op dat punt volgens het hof te veel onduidelijkheid bestaan.

De voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam wees de vorderingen van Corendon op 7 december 2020 af. Dat vonnis is in hoger beroep nu bevestigd. Corendon Holiday zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.

“De uitspraak komt niet als een verrassing”
“Allereerst zijn we blij dat deze rechtszaak tot een einde is gekomen en dat er duidelijkheid is voor onze werknemers en de werknemers van Corendon. De uitspraak komt niet als een verrassing aangezien we altijd vertrouwen hebben gehad in onze juridische positie. We zijn verheugd dat het Gerechtshof dit standpunt nu ook heeft bevestigd en ons vandaag in het gelijk heeft gesteld. Eindelijk kunnen we ons weer volledig richten op datgene waar we het meest van houden: onze klanten blij maken met een welverdiende vakantie”, aldus Mattijs ten Brink, CEO van Sunweb Group. Ten Brink: “Ondanks deze zware crisis, die zich blijft ontwikkelen in nieuwe uitdagingen, blijven we investeren om de toonaangevende digitale vakantie-expert te worden. Wij zullen dit doen met de continue support van onze aandeelhouders en kredietverstrekkers, en in nauwe en actieve dialoog met onze loyale Sunweb-klanten.”