Als een vliegtuig defect is en passagiers lopen hierdoor een vertraging op, dan hebben zij recht op een compensatie. Zo oordeelde het Europese Hof van Justitie vandaag. Technische mankementen vallen onder het bedrijfsrisico, mits het onvoorzienbaar is, van luchtvaartmaatschappijen en er is dus geen sprake van overmacht.

Reizigers die langer dan drie uur vertraagd zijn moeten door luchtvaartmaatschappijen financieel worden gecompenseerd, een dergelijke compensatie kan oplopen tot € 600 per persoon. Als een vlucht niet kan vertrekken door noodweer of een staking, geldt deze compensatieregeling niet. De Amsterdamse rechter schakelde het Europese Hof in naar aanleiding van een zaak tussen een gedupeerde passagier en KLM. De bewuste vlucht kreeg een vertraging door een defect aan het brandstofsysteem. Het Hof oordeelde dat dit een voorzienbaar bedrijfsrisico is.

Het oordeel is: ‘Aangezien de werking van vliegtuigen onvermijdelijk technische problemen met zich meebrengt, is het voor luchtvaartmaatschappijen in het kader van hun activiteiten evenwel de normale gang van zaken om met dergelijke problemen te worden geconfronteerd. In dat verband kunnen technische problemen die worden vastgesteld tijdens het onderhoud van vliegtuigen of die het gevolg zijn van onvolkomenheden bij een dergelijk onderhoud, als zodanig geen ‘buitengewone omstandigheden’ vormen’