De zomer van 1998. We stappen voor de eerste keer in ons leven het vliegtuig in. Op naar Gran Canaria. Zonder ouders. Vier uurtjes vliegen, maar we denken dat we op wereldreis gaan.

Vrijheid. Blijheid. Holadiejee.
We worden weggebracht en uitgezwaaid door onze ouders. ‘Doei mama. Ja, we bellen, maar via collect call. Dus wel accepteren, anders heb je pech.’

Jong en onbezonnen beginnen we aan onze vakantie. Een beetje gespannen stappen we het vliegtuig in. We voelen ons volwassen en echte wereldreizigers. Gran Canaria, here we come!

Zon. Zee. Strand.
We hijsen ons in bikini en dragen een vissershoedje. Speciaal gekocht voor deze vakantie. Waarom? Geen idee. Onderweg pinnen we peseta’s, kopen flessen water en opblaasbare luchtbedden en vragen in ons beste Spaans, dat we dus niet spreken, of de verkoper ze wil opblazen met zo’n apparaatje. Gelukt. Trots.

We dalen de duizend trappen af en voelen het zand tussen onze tenen. Factor 5 op dat witte lijf, want meer denken we niet nodig te hebben.

’s Avonds begint het feest pas echt. Rokjes, jurkjes en topjes, alles wat in de koffer zit wordt aangetrokken. Help! We hebben niets leuks. Uiteindelijk vertrekken we in veel te korte broekjes en met te veel make-up op ons roodverbrande gezicht naar Kasbah. Dé plek van Playa del Ingles. Een walhalla. Engelsen, Italianen, Duitsers en Spanjaarden. De Nederlandse enclave mijden we. Bewust. We lachen, drinken, dansen en sjansen met David uit Madrid, Alessandro uit Milaan en Mark uit Bremen. We krijgen het gevoel dat de (liefdes)wereld aan onze voeten ligt. Of we met Alessandro en zijn vrienden meegaan naar een club. Tuurlijk. Doen we gewoon, zonder een seconde aan de waarschuwende woorden van onze moeders te denken. Alessandro spreekt nauwelijks Engels en ik geen Italiaans, maar met handen en voeten lijken we elkaar te begrijpen. Ik ga je schrijven, riep ik nog toen we weer vertrokken naar Nederland…

Geen Heinekenhoek voor ons. Of Friet van Piet. Of kroketten in het vliegtuig. Ook al had je dat toen nog niet. In Playa del Ingles moeten we daarvoor wel hard ons best doen. Hoe jong en onervaren we ook zijn. Eén ding is duidelijk, we willen ons begeven tussen andere culturen. Dus geen Nederlanders. Nu even niet.

Op het strand dromen we verder en maken we plannen voor volgende reizen. Naar Azië, Afrika en Amerika, maar ook naar Zweden, Noorwegen, Kroatië en Spanje. De wereld ligt aan onze voeten. Andere culturen leren kennen. De wereld een beetje meer begrijpen. Zelf een stuk wijzer worden, en zien dat we het lang niet zo slecht hebben. Of wellicht waar het beter is. Dat is reizen. En dat is zo slecht nog niet. Het strand laten we ook weleens voor wat het is. We pakken de bus naar de hoofdstad van het eiland. We willen meer zien dan alleen de uitgaanskuil en het strand. Het is alleen een beetje jammer dat het zondag is, en alles gesloten blijkt te zijn.

Thuis.
Snel wordt het rolletje met 12 foto’s naar Kruidvat gebracht. Een paar dagen later genieten we nog eens. Gemaakte herinneringen worden opgehaald, en nog steeds. Dat mijn moeder een paar dagen later een Italiaans woordenboekje vindt, vindt ze wel raar. Want we waren toch naar Gran Canaria geweest? Haar vraag beantwoord ik door een foto van Alessandro te laten zien. Mijn vader was niet zo blij…

2022.
Met weemoed denk ik terug aan mijn eerste, tweede, derde… vakantie zonder ouders. En nu lijk ik net mijn moeder; maar wat gaat de tijd snel. Reizen die mij op de een of andere manier hebben gevormd. Hebben veranderd. Andere culturen hebben leren begrijpen. Die mij verder hebben laten kijken dan mijn eigen woonplaats. Of zelfs land.

Soms krijg ik de vraag of ik in een ander land zou willen wonen. Zeker. Maar dan het liefst met al mijn dierbaren. Dat dan weer wel. Of er wordt gevraagd naar mijn lievelingsbestemming. Kiezen is onmogelijk, elke bestemming heeft zo zijn eigen charme. Zelfs Playa del Ingles. Of Milaan. Want één ding is zeker; het zijn een ideale ’trip down memory lane’-bestemmingen.

Maar ik krijg ook de vraag of vakantie er financieel door alle hogere en onzekere onkosten voor de gewone man er volgend jaar nog wel in zit. Ik hoop het. Heel erg. Want vakantie maakt je hoe dan ook rijker en wijzer.

Fijne feestdagen en een heel gelukkig, geweldig, met zo min mogelijk zorgen, en vooral gezond 2023!

Sharon Evers
sharon@travelpro.nl