Stroomstoring Schiphol, computerstoring bij KLM, slecht weer in Europa, pilotenstaking van Transavia en operationele problemen bij Small Planet Airlines Germany en Vueling; het vond allemaal plaats in de eerste helft van 2018. Deze gebeurtenissen zorgden ervoor dat ruim 919.000 passagiers te maken kregen met een lange vertraging of annulering van of naar Nederland. Dit blijkt vandaag uit de cijfers van EUclaim, een bedrijf dat gedupeerde passagiers bijstaat.

In het eerste half jaar van 2018 heeft EUclaim 4677 annuleringen en 1451 vertraagde vluchten (onder vertraagde vluchten verstaat EUclaim vluchten met een aankomstvertraging van drie uur of meer) van en naar Nederland geregistreerd. In 2017 waren dit nog 2422 geannuleerde vluchten en 1173 vertragingen. In vergelijking met de eerste zes maanden van 2017 laat met name het aantal geannuleerde vluchten een explosieve stijging zien.

18 januari slechtste dag voor vliegtuigpassagiers
In het eerste half jaar waren gemiddeld 33 vluchten per dag van en naar Nederland geannuleerd of meer dan drie uur vertraagd. De top drie slechtste dagen van 2018 werden allemaal veroorzaakt door slecht weer. Op de slechtste dag, 18 januari 2018, waren er 426 vluchten van of naar Nederland geannuleerd of langdurig vertraagd.

18 januari 2018: 426 vluchten
3 januari 2018: 275 vluchten
1 maart 2018: 266 vluchten

Vliegverkeer geteisterd door stakingen in 2018
Dit jaar zijn er al 31 stakingen geweest. In de eerste zes maanden van 2017 waren dit er slechts 17. Afgelopen juni heeft de Franse luchtverkeersleiding vier weekenden het werk neergelegd. In Nederland heeft voornamelijk de staking van de Transavia piloten voor veel problemen gezorgd voor passagiers. Door de staking van de piloten werden 87 vluchten geannuleerd of liepen een lange vertraging op. In totaal hebben de stakingen dit jaar gezorgd voor 13.226 geannuleerde en vertraagde vluchten in Europa. Bij stakingen hebben passagiers alleen recht op een vergoeding wanneer het personeel van de luchtvaartmaatschappij staakt. Andere stakingen worden volgens Verordening 261/2004 gezien als een buitengewone omstandigheid.