Peter Frankhauser, de voormalige Thomas Cook-baas, was er tot het laatst van overtuigd dat het bedrijf gered kon worden. “Het is verschrikkelijk. Het is triest. Het was voor mij bijna ondenkbaar. Ik voel me vreselijk voor mijn collega’s, voor de leveranciers, voor onze klanten, die op hun geld moeten wachten”.
Frankhauser laat in gesprek met het Engelse vakblad Travel Weekly weten dat hij wist van de schuld die Thomas Cook had. “Het doel was om voldoende bedrijfswinst te genereren om de schuld af te lossen. We hebben het een jaar lang voor elkaar gekregen, maar we waren niet snel genoeg”. Het was volgens de ex-topman een vicieuze cirkel waarin het bedrijf terechtkwam.
“Men zegt dat we radicaler winkels hadden moeten sluiten. Toen ik kwam hadden we er meer dan 1.200 en nu waren er nog 580. We hadden niet genoeg geld om alle winkels op te knappen.” Het sluiten van winkels was volgens Frankhauser niet eenvoudig. “We hadden een aanwezigheid op de (Britse) hoofdstraat die nog steeds goed was voor 40% van de stoelen in onze luchtvaartmaatschappij”, zegt Fankhauser.
“We hebben Cook’s Club en Casa Cook hotels en ons eigen hotelmanagement opgebouwd. We hebben een hotelbeleggingsfonds van 150 miljoen pond opgericht. Maar het duurde te lang. We konden de merken niet snel genoeg body geven om schaalgrootte te krijgen. Het is moeilijk om een olifant te verplaatsen, vooral als je schuldenlast hebt. Voordat ik kon investeren, moest ik de schuld betalen.”