In het bruisende restaurant Toscanini van zijn broer Leonardo, midden in de Amsterdamse Jordaan, vertelt Marcello Pacenti (eigenaar BMS-Travellers) openhartig over zijn leven, werk en missie. “Weet je wat grappig is? Ik ben in Italië geboren en ik verkoop Afrika. Mijn broer is in Afrika geboren en hij heeft een Italiaans restaurant.”
Foto: Marcello en zijn broer Leonardo.
Door de grote ramen valt het zonlicht op de tafels. In de open keuken sissen de pannen; de geuren van knoflook, tomaat en rozemarijn hangen in de lucht. “Ik beschouw mezelf als een artiest”, zegt Marcello. “Het is pas goed als iemand zegt: ‘wauw’.” Terwijl we genieten van een reeks heerlijke gerechten, ontspint zich een gesprek vol verhalen.
Romeinse wortels
Marcello groeide op in Rome. “Heel Rome was van mij, omdat ik blond haar en blauwe ogen heb. Als ik met mijn ouders door de stad liep, riepen mensen altijd naar mij. Ik was koppig, impulsief en vooral nieuwsgierig. Altijd op zoek naar avontuur. Mijn moeder was me vaak kwijt.” Hij herinnert zich hoe hij van het balkon ontsnapte, de stad in, waar hij van de mensen kaas en olijven kreeg. “Mijn broers waren veel rustiger. Ik was onrustig en heb meer problemen veroorzaakt dan mijn andere drie broers bij elkaar.” Zijn vader is een trotse, stijlvolle Italiaan en zijn moeder is een Nederlandse die zich verzet tegen de beklemming van het Italiaanse familieleven. Ze verlangt naar vrijheid en vindt die tijdelijk in Zuid-Afrika. “Ze zei altijd: ‘Er moet meer zijn dan regels en gewoontes’.” Zo vertrekt het gezin naar Zuid-Afrika.
Tekst gaat verder onder de afbeeldingen.

Luchtje
Zijn vader had een succesvolle parfumeriefabriek en vond onder meer de sproeibare haarlak uit, die hij verkocht aan L’Oréal. Ook 4711 Tosca en Revlon werkten met zijn formules. Marcello groeit op in de fabriek. Is hij nog steeds gek op parfum? “Jazeker. Ik koop alle luchtjes voor mijn vrouw en dochter. Mijn vrienden komen ook langs wanneer ze advies nodig hebben. Er is een tijd geweest dat ik door de winkelstraat liep en alle luchtjes die mensen op hadden kon raden.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Kaapse ‘vrijheid’
In Zuid-Afrika woont het gezin aan de Klein Constantia Road, op een heuvel met uitzicht op de wijnranken van Groot Constantia en Muizenberg. Hier legde Simon van der Stel, de eerste gouverneur van Kaap de Goede Hoop en grondlegger van de Zuid-Afrikaanse wijnbouw, zijn wijngaarden aan. Een idyllisch beeld, ware het niet dat Zuid-Afrika in de jaren zestig en zeventig wordt getekend door Apartheid. Het gezin leeft in een constante paradox: schoonheid en onrecht, rijkdom en angst, vrijheid en repressie. “Mijn moeder wilde niet dat ik naar een gewone school ging; de staatsscholen in Zuid-Afrika waren plekken van hersenspoeling. Dus zat ik op de Waldorf-school, een privéschool, waar vrijheid van denken werd gestimuleerd. Mijn moeder leerde ons dat er altijd meerdere kanten aan een verhaal zitten: denk altijd na over wat het werkelijke verhaal is en nooit voor lief aannemen wat ze je vertellen. De Zuid-Afrikaanse regering, die ook onze familie dwarszat, werd gekozen door de blanken die de propaganda geloofden. De Oranjevereniging enzovoorts hadden dezelfde methodes als de nazi’s. De blanken werden er gedrild. De zwarten waren het kwaad, waren communisten en de blanken een superieur ras. Ik geloofde daar niet in. Na een schietincident zijn we gevlucht.“Binnen een week hebben we ons huis, de fabriek, alles achtergelaten.” Komt Marcello nog graag in Zuid-Afrika? “Natuurlijk.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Jeugdvakanties
Over de familievakanties in Italië, waar hij tot zijn zevende woonde, weet Marcello weinig meer. In Zuid-Afrika kon er wel worden gereisd, maar met kanttekeningen. “Iedereen ging op vakantie, maar in Zuid-Afrika. Als je de grens overging, belandde je volgens de blanken in een kookpot, want dat was de vijand: zwart Afrika. Zo werd het verteld – dat ze je daar opwachtten om je af te maken. In het begin was er weinig geld om op reis te gaan in Zuid-Afrika en vierden we vakantie in staatsgebouwen. Later gingen we naar Elangeni, toen het beste hotel van Durban en naar het statige Polana Hotel in Maputo Mozambique.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Best of both worlds
Op de vraag of hij terugverlangt naar Zuid-Afrika, antwoordt hij: “Ik heb nu het beste van beide werelden, want ik woon in de stabiliteit van Nederland en kan van allerlei andere landen genieten. Als ik in Zuid-Afrika zou wonen, zou ik vijf jaar moet werken om naar Nederland te kunnen, terwijl ik nu ieder jaar naar Zuid-Afrika kan. Een andere hele grote reden om niet naar Afrika te verhuizen, is mijn familie die in Nederland woont. Ik heb in het verleden, in de tijd van de Apartheid, nog geprobeerd om weer in Zuid-Afrika te gaan wonen. Er was nog steeds haat tegen onze familie, omdat mijn ouders altijd opkwamen voor de zwarten. De blanken Afrikaner politie pakten mij op, maar ik heb gelukkig weten te vluchten.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Mandela
Zijn vader overleed toen Marcello 22 jaar oud was. In Italië komt hij nog wel eens, maar niet vaak. “Ik kom graag in het zuiden, in Sicilië.” Na het overlijden van zijn moeder vond de familie bijzondere post. “Mijn moeder overleed op 3 december 2013, Nelson Mandela op 5 december 2013. Tijdens de voorbereiding van haar begrafenis zochten we naar foto’s en vonden we een handgeschreven brief van Mandela. We dachten dat het een souvenirbrief van de markt was. Later ontmoette ik de bewaker van Mandela. Hij zei dat als er rechtsboven ‘CB’ stond, het een echte brief was. CB staat voor Christo Band, Mandela’s persoonlijke bewaker, die al zijn brieven codeerde. En thuis pak ik die brief, en warempel: rechtsboven stond CB.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Over de grens
Zijn drang om meer van de wereld te zien was groot en daardoor wilde Marcello Afrika ontdekken, ondanks dat de Zuid-Afrikanen wijs werden gemaakt dat je niet levend terug zou keren. “Zodra iemand zegt dat iets niet mag, dat er een grens is, ga ik er overheen. In 1981 ging ik met een motorfiets door Afrika, het liefst richting Europa, maar dat mislukte totaal. Ik had me slecht voorbereid, je had geen Google Maps, geen kompas. Overigens is mijn moeder in 1956 met zes vrouwen in een vrachtwagen door de Sahara gereden.”
Tekst gaat verder onder de afbeeldingen.

Magnetronmaaltijden
Uiteindelijk belandt Marcello alsnog in Nederland. “Ik werkte bij een 24-uurs tankstation in Vinkeveen. Er waren in die tijd nog geen pinautomaten waardoor ik fungeerde als onder meer een wisselkantoor. Met verschillende bedrijven had ik commissieafspraken, waaronder met Yab Yum. Als ik klanten doorstuurde, kreeg ik 100 gulden. Ik had een enorm netwerk. Als op feestjes de drank op was, wisten ze: bel Marcello. Achter in mijn auto had ik alles staan, van bier tot whisky, dat ik voor de dubbele prijs verkocht. Tankstations verkochten toen geen eten, dus ik nam zelf maaltijden mee en warmde ze op in een magnetron. Mijn nettoloon was 1.400 gulden, inclusief nachttoeslag, maar ik verdiende 10.000 gulden per maand aan de handel die ik ernaast deed. In Afrika wist ik ook altijd wel ergens een extra zakcentje aan te verdienen. Bijvoorbeeld aan vrachtwagenbanden, die ik in Egypte kocht voor € 10 en in de woestijn verkocht voor € 1.000.”
Uit de hand gelopen hobby
Langzaam verandert zijn reizigersbestaan in iets groters. Vrienden vragen om tips, zakenrelaties om routes. Hij kent gidsen, lodges en vergeten paden. Wat als passie begon, groeit uit tot een bedrijf. “Het is een uit de hand gelopen hobby. Ik regelde op een gegeven moment zóveel, dat ik er niet meer omheen kon. In die tijd had je nog geen internet, maar ik kende iedereen. Als iemand naar Kenia wilde, zei ik: ‘Bel deze lodge, zeg dat je van mij komt’. Toen dacht ik: dit is geen hobby meer, dit is werk. Het bijzondere was: je stuurde mensen naar een plek, maar wist niet eens of ze aankwamen. Dat hoorde je later via de telex, maar daarin schreef je niet te veel, want dat kostte geld.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Camel
Een bijzonder hoofdstuk in de carrière van Marcello is het avontuur met Camel, waarmee hij de Camel Trophy Adventure-reizen organiseerde. “Dat groeide uit tot een groot incentivebedrijf. We hadden meer dan 40 personeelsleden en boekten 22.000 pax per jaar. Jammer dat het niet meer bestaat. Ik was het grootste gedeelte van het jaar niet thuis. Na vijftien jaar zette mijn thuisfront me voor het blok: kies je voor je bedrijf of je familie? Met mijn compagnons vond ik gelukkig een goede balans.”
Tekst gaat verder onder de foto.

Te koop
Voor hij BMS-Travellers overnam, had Marcello Bundu Adventures. “Ik wilde het kleinschalig houden, waarover ik altijd werd uitgelachen. Ze zeiden: ‘Wat jij doet voor twee man, doen wij voor twintig.’ Waarop ik zei: ‘Moeten jullie lekker doen’.” In Tanzania ontmoettte Marcello Bernd Michael Schötz, eigenaar van A-Reizen en BMS-Travellers, die ook de logistiek deed voor Camel, mede-oprichter van de SGR en de ‘campingvlucht’ bedacht. De klik is er meteen. “Bernd was gek, helemaal losgeslagen, maar op een prettige manier. Weet je waarom hij zijn bedrijf A-Reizen noemde? Dan stond je vooraan in de telefoongids.” Schötz nodigt hem uit in Nederland. Jaren later, als Marcello een bestaand bedrijf wil overnemen, blijkt BMS-Travellers te koop. “Het was bijna te toevallig. Alsof het moest gebeuren.” In 2001 nemen Marcello en zijn vrouw het over. BMS-Travellers specialiseert zich in maatwerkreizen voor de bovenkant van de markt. “Geen pakketreizen, maar persoonlijke ervaringen. Ik ontwerp reizen. Ik zie mezelf als een schilder. Elke reis is een doek. Je begint met een paar penseelstreken, totdat het iemand raakt. In de reizen van BMS-Travellers zit altijd een verrassing. Ik noem dit het Happy Meal-principe, iets toevoegen wat de klant zelf nooit zou boeken. Een cadeautje voor de kinderen, een bijzondere stop onderweg, een ontmoeting met een lokale kok. Dat blijft hangen.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.
Crises en comeback
Zoals bij veel ondernemers komt ook bij Marcello het kantelpunt tijdens een financiële crisis. “Alles zat tegen. De bank weigerde. Het is over, dacht ik, maar ik ging praten met mijn leveranciers en vroeg om hulp om nieuwe klanten te kunnen werven, zodat ik de opbrengst kon gebruiken om hen af te lossen. Ze deden mee, net als de bank, op voorwaarde dat ik winst zou behalen. Aan het eind van het jaar had ik dat en we waren er nog.” Die periode is een keerpunt geweest. Hij leert dat transparantie, loyaliteit en vertrouwen uiteindelijk waardevoller zijn dan welk verkoopplan dan ook. “Ik wist niet dat het plan zou slagen, maar als het jouw bedrijf is, is het ook jouw bootje en dat moet je zelf drijvend houden.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Meer ballen
Hoewel Marcello waarschijnlijk weer lid wordt van de ANVR, blijft hij opbouwend kritisch. “Vroeger boekten mensen niet bij je zonder lidmaatschap. Maar nu? De meesten weten niet eens wat de ANVR is. De SGR heeft zijn marketing op orde, de ANVR niet. Het is als een vakbond: je hebt een stem nodig, maar dan moet het wel ergens over gaan. Als mensen vragen waarom ik geen lid ben, leg ik het in zes woorden uit en ze boeken alsnog. Welke woorden dat zijn? Die zijn niet leuk voor de ANVR.” Ook tijdens corona vond hij de brancheorganisatie zwak. “De directeur was vaak op tv, maar zonder duidelijk standpunt. Steven van der Heijden (destijds CEO Corendon, red.) had meer ballen. Natuurlijk moet je balanceren, zeker met informatie die wij niet hebben. Als je de hele tafel niet kunt zien, kun je alleen reageren op wat erop ligt.” Marcello volgde zijn eigen koers. “Ik kan makkelijk praten: mijn klanten zijn anders. Ze willen VIP inchecken, gereden worden in limo’s en verblijven in privé-lodges. Personeel van de lodges moest twaalf dagen vooraf aanwezig zijn en ik betaalde dat, dat willen mijn klanten. Ik vroeg aan mijn klanten of ze de Serengeti voor zichzelf wilden, want dat maak je natuurlijk nooit meer mee. Collega’s deden het niet, want de reisverzekeringen dekten niks. Ik beloofde mijn klanten zwart-op-wit dat als iemand in quarantaine moest, ik alles zou betalen. Mensen werden tijdens de coronacrisis bang gemaakt. Maar ik was in Congo tijdens ebola, in 1983 in Zaïre, toen daar aapjes met aids rondliepen en ik leef nog steeds.”
Reisagenten
“Reisagenten die met mij willen samenwerken, mogen me altijd bellen – mits ze weten waar ze het over hebben. Met aanvragen voor een zogenoemde high-end reis van € 2000 kan ik niets. Daar krijg je bij ons nog geen patatje voor”, zegt hij met een knipoog. Tegelijkertijd benadrukt hij zijn open houding. “Ik sta altijd open voor een samenwerking, zolang het oprecht en serieus is.” Hij werkt volgens een duidelijke gedragslijn. “Ik blijf bewust van andermans klanten af. Dat is mijn code. Ik zet liever samen iets bijzonders neer, dan dat ik op korte termijn verdien en op lange termijn vertrouwen verspeel.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Luxe
Marcello ziet een wildgroei aan ‘luxury labels’, authenticiteit is voor hem essentieel. “Er is weinig originaliteit bij de grote touroperators. Waar is de verrassing in het aanbod? Waar is het verhaal? Het lijkt steeds meer op een eenheidsworst, terwijl juist in luxe iedereen zijn eigen signatuur zou moeten behouden.” Marcello spreekt uit ervaring. Hij groeide op tussen de high society. “Ik voel me thuis in dat milieu. Als kind at ik met mijn ouders in de chicste restaurants. Voor mij voelde dat toen heel normaal, alsof het snackbars waren. Ik leefde op een uitzonderlijk niveau, maar het had ook iets onwerkelijks. Luxe is geen kristallen glas of een vijfsterrenresort. Luxe is stilte, tijd en oprechte aandacht. Het is een ervaring die je raakt en die blijft hangen.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.



Saudi-Arabië
Naast Afrika heeft Marcello ook interesse in andere bestemmingen, zoals IJsland en het Midden-Oosten. Saudi-Arabië houdt hem al jaren bezig. “Mijn schoonouders woonden zeventien jaar in het land en mijn vrouw ging er geregeld op bezoek. Daardoor vroeg ik me al veertien jaar geleden al af wanneer er toeristen naartoe mogen gaan. De beelden die ik zag waren indrukwekkend.” Toen hij kon, reisde hij op uitnodiging met een groep Nederlanders en Belgen af naar Saudi-Arabië. “We zaten aan tafel toen de minister van Toerisme binnenkwam. Nog vóór hij ging zitten, zei hij: ‘Hey, finally, Marcello!’.” Over de internationale kritiek op het land is hij uitgesproken. “Die is terecht als het gaat om het verleden, maar minder als het gaat om het heden. De kroonprins wil veel veranderen, maar hij kan niet alles tegelijk. Zijn vader heeft gezegd: zolang ik leef, geen druppel alcohol in het land. Tegelijkertijd liggen de warenhuizen vol en heeft Jack Daniels al met verschillende organisaties een contract.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Reiziger van de toekomst
Volgens Marcello verandert het reisgedrag van mensen, en moeten reisaanbieders daarop inspelen. “Je moet niet langer uitgaan van hotelsterren, maar van impact. Het gaat erom hoe je iemand écht raakt; hoe je een ervaring creëert die blijft hangen.” Hij ziet daarbij een belangrijke rol weggelegd voor kennisdeling tussen de verschillende generaties in de branche. “Jongeren willen het wiel soms opnieuw uitvinden of vertrouwen volledig op wat ze online lezen. Maar ervaring telt ook mee. Ga met elkaar rond het kampvuur zitten en deel verhalen. Dáár leer je van.” Marcello merkt dat de waarden van generaties uiteenlopen. “De oudere garde is vaak gedreven door liefde voor natuur en verbondenheid en jongeren richten zich meer op zichtbaarheid en marketing, vooral via social media. Ze willen snel resultaat.”
Toerisme naar townships
Of het wenselijk is om toeristen door townships te leiden, vindt Marcello een ingewikkelde kwestie. “Je wil mensen de kans geven hun blik te verruimen door te ervaren hoe anderen leven aan de andere kant van de samenleving. Maar in de praktijk betreed je zo’n wijk ongevraagd, en dan is het belangrijk hoe je dat doet. Het draait om respect. Te vaak zie ik dat reisorganisaties busladingen toeristen afleveren die alleen een foto voor social media willen maken en daarna weer vertrekken, zonder enig inlevingsvermogen. Dat voelt ongemakkelijk. Als je zo’n gemeenschap binnenkomt, moet je ook iets teruggeven. Bewoners moeten profiteren van het toerisme. Je kunt er niet aankomen, eraan verdienen en de mensen die er wonen buitensluiten.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Geen groene blaadjes
Marcello ziet hoe de reisbranche steeds vaker achter trends aanloopt, zonder zich af te vragen wat die daadwerkelijk betekenen. “Iedereen wil tegenwoordig ‘duurzaam’, ‘boutique’ of ‘lokaal’ zijn, maar bijna niemand stelt de vraag wat dat betekent voor de reiziger, voor de plek of voor de mensen die er wonen.” Voor hem is reizen vooral een kwestie van verbinding. “De beste reis verandert je blik. Maar dat lukt alleen als je er tijd en aandacht aan besteedt en dat past niet in een gehaast schema.” Duurzaamheid is voor Marcello geen marketingtool, maar een moreel kompas. “Een reis moet een bestemming beter maken, of op zijn minst niet slechter. Tanzania bijvoorbeeld. Touroperators sturen er busladingen vol mensen naartoe. Iedereen huurt er een jeep, dringt voor bij het wild, maar heeft geen idee van de natuur. Of ze bieden een ‘safari’ buiten het park aan, zodat ze geen vergunning nodig hebben en goedkoper uit zijn. Met een beetje geluk zie je een olifant. Maar als we willen blijven genieten van de natuur, moeten we haar ook respecteren. Niet alleen plukken, ook planten.” Zelf kiest hij bewust voor kleinschaligheid, duurzaamheid is voor hem geen label of keurmerk. “Ik werk met lokale gidsen, kleine lodges en familiebedrijven. Als een bestemming te druk wordt, dan trek ik me terug en bied ik iets anders aan.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Koken
“Van de vier broers ben ik degene met het minste talent in de keuken, maar bij grote cateringklussen help ik mee. Alles wat op open vuur wordt bereid, kan ik goed. Ik heb voor duizenden mensen gekookt. Braaien is echt mijn hobby.” Een goede vriend van hem, Harm-Jan (de barbecueman), haalde inspiratie uit Marcello’s Zuid-Afrikaanse roots. “De naam ‘Bush Kitchen’ is door onze expedities door Afrika geïnspireerd. In de bush richtten we een geïmproviseerde keuken in waarbij de voorgrill van een Land Rover – een ijzeren rooster -dienstdeed als braairooster.” De passie voor vuur en vlees bracht hem op bijzondere plekken. “We kookten jarenlang voor alle officials tijdens de Formule 1 op Silverstone. We hadden toegang tot alle zones, net als tijdens Pinkpop. Artiesten als Amy Winehouse en Mick Jagger hadden een polsbandje nodig om ergens te komen, maar ik liep overal zo naar binnen met mijn Jack Daniels-shirt. Bij ons kregen artiesten onbeperkt whisky; van Ozzy Osbourne tot Bruce Springsteen en Iron Maiden.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Nalatenschap en toekomst
Gevraagd naar de toekomst valt Marcello even stil. “De reissector is geweldig. Iedereen in de branche is op zijn of haar manier bezig met geluk. We zijn handelaars in vreugde. Ik weet dat ik niet voor altijd doorga, maaar ik hoop dat wat ik heb opgebouwd voortleeft in mensen en in de manier van denken.” Zijn dochter gaat het bedrijf niet voortzetten, iets wat hij begrijpt. “Ze maakte mijn slechtste jaren mee. Ik was er niet. Maar mijn kleinzoon? Wie weet.” Wat hem drijft, is helder. “De winst is niet mijn beloning. Het lukken is mijn beloning. Als iemand laat weten dat deze reis voelde als thuiskomen, dan weet ik dat ik goed zit.”

Family time!
Dit interview komt uit de april-editie van Travelpro. De volledige versie lees je hieronder volledig gratis.