De aandeelhouders van OAD gaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank te Utrecht (4-11-2015). De afgelopen drie maanden zijn er gesprekken gevoerd met rechtsgeleerden en deskundigen.
De belangrijkste conclusies uit die gesprekken zijn helder: er was een oplossing, er was perspectief en er is wel degelijk een claimrecht voor de aandeelhouders. Deze zaak, waarbij de Rabobank totaal onnodig een prachtig bedrijf het faillissement in heeft geduwd, vraagt om een uitspraak in hoger beroep. De aandeelhouders (familie Ter Haar) hebben zich vanaf het begin af aan gerealiseerd dat dit geen makkelijke of kortlopende zaak zou worden, maar willen helderheid, eerherstel en gerechtigheid.
Middels een persverklaring laat de familie Ter Haar weten dat de kernvraag in de zaak is: Heeft de Rabobank onrechtmatig gehandeld jegens OAD en haar aandeelhouders, die de door Rabobank gevraagde vermogensversterking hebben gerealiseerd? De rechtbank Utrecht heeft de vordering niet inhoudelijk beoordeeld vanwege een formeel bezwaar, dat volgens de aandeelhouders geen steun vindt in de rechtspraktijk. De rechtbank is niet ingegaan op de onrechtmatige gedraging van de Rabobank tegen de aandeelhouders waardoor dezen schade hebben geleden. Van onrechtmatig gedrag door de Rabobank is wel degelijk sprake, zo laten de aandeelhouders weten.
Ook laat het Oad-kamp weten: het vonnis verdient het daarom dan ook om in hoger beroep door het Hof te worden vernietigd. Op die manier moet er volgens de Oad-aandeelhouders een inhoudelijk oordeel komen over de volgens hen onoordeelkundige handelwijze en de onbegrijpelijk harde opstelling van de Rabobank. In de dagvaarding worden alle gepresenteerde feiten onderbouwd door ondertekende verklaringen van direct betrokken partijen en personen, zo laat het Oad-kamp weten. Daaruit zou volgens hen onder andere heel helder zijn dat er op het moment van kredietbeëindiging wel degelijk een akkoord was met de Twentse investeerders.
Zo legde investeerders Hennie ten Hag, Rein Sanders en Hein Trebbe de volgende verklaring af: “In een bespreking op 22 september 2013 ten kantore van Kienhuis Hoving (advocaat) is er tussen de Twentse Investeerders en OAD overeenstemming bereikt op hoofdpunten over de transactie tot overname van het busbedrijf. (-) Voor het uitwerken en ondertekenen van de contracten en het effectueren van deze voorwaarden was een gebruikelijke periode nodig, ik schat tenminste 2 weken.”
Het zou ook zo zijn dat er door de top van de Rabobank voldoende tijd was geboden aan de Commissaris der Koning om het akkoord ook uit te werken, maar de afdeling Bijzonder Beheer van de Rabobank zich aan deze toezegging niet heeft gehouden met het faillissement als voorzienbaar gevolg. Verklaring Commissaris der Koning, Ank Bijleveld: “De gesprekken tussen OAD, de investeerders en PPM Oost hebben geresulteerd in de bereidheid van PPM Oost om 2,5 miljoen euro te investeren in het busbedrijf van OAD. (-) Ik heb geprobeerd contact te leggen met de heer S. Schat van Rabobank Nederland. Dat lukt niet. Ik ben toen een dag later terug gebeld door een andere bestuurder; ik meen dat het de heer J. van Nieuwenhuizen was. Die verzekerde mij dat OAD voldoende tijd zou worden geboden om de transactie met de groep investeerders rond te krijgen.”
En het OAD-kamp laat weten dat er wel degelijk perspectief was, omdat door de technologie die OAD in 2013 had geïmplementeerd, de enig verliesgevende divisie van de 4 divisies van de OAD Groep weer snel winstgevend werd gemaakt. In een verklaring laat Ralf Usbeck, CEO Peakwork weten: “I have no doubt that OAD, in the first year after the full introduction of OAD XL, which would have been the financial year 2013/2014, would have achieved a conversion rate of at least 0.8%. At that time OAD XL was unique in the Netherlands. None of OAD’s competitors were able to offer their customers a flexible booking platform as was possible through OAD XL or were able to achieve the cost savings OAD was able to achieve with the help of OAD XL.”
De hierboven genoemde verklaringen die het OAD-kamp inbrengt, staan volgens de aandeelhouders haaks op het verhaal van de Rabobank. “Niet de aandeelhouders, maar de advocaten van de Rabobank herschrijven hier dus de geschiedenis naar eigen inzicht en eigen interpretatie”, zo laten ze weten. Ze benadrukken dat OAD tot op de dag van het faillissement een gedegen en betrouwbare kredietnemer was. En tot op de dag van het faillissement was er een reëel perspectief, wat het OAD-kamp wil benadrukken middels de volgende punten:
– OAD heeft nooit, in haar 10 jarige krediettijd met de Rabobank, een betaling gemist;
– OAD heeft de overeengekomen kredietlimiet nimmer overschreden;
– OAD had geen uitstaande leningen;
– OAD had geen achterstallige betalingen;
– OAD had nog €6 miljoen in kas;
– OAD had flink stijgende internetverkopen en kostenreducties via OAD XL;
– OAD had twee serieuze kandidaten voor gedeeltelijke overnames;
– OAD had voldaan aan de kapitaalseis van de Rabobank.
“Rabobank heeft haar eigen vermeende risico laten prevaleren boven het gerechtvaardigde bedrijfsbelang van OAD, de ernstige maatschappelijke consequenties en de grote schade voor de aandeelhouders die het gevolg zijn geweest van het door de bank veroorzaakte faillissement. Deze ontijdige beëindiging is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en in strijd met de zorgplicht van de bank. Door het grote aantal zekerheden onder het krediet, was het risico van de Rabobank volledig gedekt en was dat risico ook niet toegenomen. Bovendien was voldaan aan de extra kapitaalseis. De schade voor de aandeelhouders bedraagt €65 miljoen. De schade voor de Rabobank bedraagt €0,- !”, aldus een toelichting in de persverklaring.