De Rabobank heeft tegenover TravelPro in een reactie op het nieuws dat de familie Ter Haar in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de Rechtbank te Utrecht laten weten dat niet de bank, maar de familie Ter Haar zelf indertijd – zoals volgens de bank uit de pleitnoties uiteen is gezet – het faillissement van OAD/oud heeftaangevraagd. Een definitieve deal met een investeerder was er niet. Enige investering door de familie zelf is niet gedaan, aldus de bank.
De Rabobank was ervan op de hoogte dat de familie Ter Haar/ Stichting Administratiekantoor OAD Groep Holding alsnog in hoger beroep is gegaan tegen het eindvonnis van 4 november 2015, waarin alle claims door de rechtbank Midden-Nederland zijn afwezen. “Naast formele redenen, waarop de claim is afgewezen (aandeelhouders kunnen in beginsel geen afgeleide schade claimen), heeft Rabobank in haar feitenrelaas laten zien hoe de aanloop naar het faillissement is verlopen”, aldus de bank.
De bank laat tevens weten, zoals het al eerder deed, dat het er niettemin op lijkt dat de familie Ter Haar pogingen blijft ondernemen om de geschiedenis te herschrijven door de oorzaak van het faillissement telkens bij de bank neer te leggen. Verder laat de bank aan TravelPro weten: “Rabobank is en blijft van mening dat zij ruim de tijd heeft gegeven en zich maximaal heeft ingespannen om tot (financiële) oplossingen te komen, wat de directie alsmede de familie helaas niet is gelukt. De feiten en oorzaken die hebben geleid tot het faillissement van OAD/oud zijn niet veranderd. Rabobank heeft dan ook vertrouwen in een gunstig afloop van het hoger beroep”.