Curatoren van oud-Oad gaan een aantal onderzoeken verrichten. Dit besluit is bij een faillissement met een dergelijke omvang niet vreemd. Maar voordat de curatoren daadwerkelijk aan de onderzoeken gaan beginnen, wordt er een dataroom opgezet. Hieruit kunnen de betrokken onderzoekers efficiënt en eenduidig informatie putten. De verwachting is dat deze dataroom over ongeveer drie maanden operationeel is. De curatoren merken op dat de diverse onderzoeken de nodige tijd in beslag zullen nemen en de afwikkeling van het Oad-faillisement veel tijd zal vergen.
Het gaat om een vijftal onderzoeken: naar de rol van de huisbankier, de Rabobank; naar de rechtsgeldigheid/de reikwijdte van de zekerheden van de Rabobank; naar het optreden van het bestuur en van de toezichthouders; naar het mislukken van het software project en een onderzoek ten aanzien van de administratie. Gezien de hoeveelheid aan onderzoeken en data die aan de curatoren en de onderzoekers ter beschikking staan, hebben curatoren doen besluiten om van te voren een derde partij de opdracht te geven om een digitale dataroom op te zetten, waaruit curatoren en onderzoekers tijdens het verrichten van het onderzoek informatie kunnen putten. De dataroom wordt samengesteld op basis van de voorhanden zijnde fysieke en digitale administratie en op basis van input van derden.
Dat die hoeveelheid informatie erg veel is, blijkt wel uit het feit dat curatoren de afgelopen maanden de fysieke en digitale administratie door gespecialiseerde bedrijven veilig heeft laten stellen. In totaal gaat het om ruim 22.000 items (ordners/mappen). Daarnaast is de mailserver met alle mailtjes van de voorbije jaren veilig gesteld. De totale omvang van dit alles bedraagt 60 terrabite. Uit deze administraties zullen de relevante delen voor de dataroom worden geselecteerd.
Met deze aanpak willen curatoren voorkomen dat diverse onderzoekers onafhankelijk van elkaar op zoek gaan naar voor hen relevante informatie, waarbij het mogelijk voor een gedeelte zal gaan om dezelfde informatie. Een onafhankelijke aanpak
door en voor elke afzonderlijke onderzoeker is inefficient en zal om die reden, naar het oordeel van curatoren, tot hoge(re) kosten leiden.