Luchtvaartmaatschappijen uit de Golfstaten, ook wel de snelgroeiende concurrenten van Air France-KLM, krijgen voorlopig geen nieuwe landingsrechten op Schiphol. Dat heeft staatssecretaris Wilma Mansveld besloten, omdat er sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie. Dat meldt Nieuwsuur.

De enorme opmars van Emirates, Etihad en Qatar Airways bedreigt de aanwezige positie van nationale luchtvaartmaatschappijen op lange-afstandsroutes. Ook voor Schiphol is de dreiging groot, omdat steeds meer mensen bij hun lange vlucht kiezen voor een overstap in de Golfstaten. De Nederlandse luchthaven is voor 40% van de passagiers afhankelijk van transfers.

De Europese Unie is momenteel in onderhandeling met zowel de Verenigde Arabische Emiraten als Qatar. Volgens de gevestigde orde zouden Emirates, Etihad en Qatar Airways door de oliestaten worden ondersteund, waardoor ze in staat zijn om hun prijzen kunstmatig laag te houden. Een verdrag moet een einde moet maken aan deze oneerlijke concurrentie, vindt Mansveld. Aan Nieuwsuur verklaarde zij: “Dit betekent dat Nederland, zolang over dit verdrag nog wordt onderhandeld, voorlopig géén nieuwe landingsrechten aan maatschappijen uit de Golfstaten verleent.” Dit was overigens in maart van dit jaar al bekend, maar volgens een woordvoerder van Mansveld is dat destijds niet helder gecommuniceerd. Eurocommissaris Violeta Bulc zei toen al dat het moeizame onderhandelingen gaan worden. Eerdere pogingen zijn mislukt. Komende zomer moet een hoofdonderhandelaar worden aangewezen.

Peter Hartman, commissaris bij Air France-KLM, zegt in Nieuwsuur dat Schiphol en de Nederlandse overheid de dreiging van luchtvaartmaatschappijen uit het Midden-Oosten onderschatten. Volgens hem zal het een groot geval voor de werkgelegenheid hebben rond Schiphol en daarbuiten. Hij vergelijkt het zelfs met het debacle met de Fyra.