Jaarlijks worden 30 miljoen nachten doorgebracht in hotels en dat aantal groeit licht. Het aantal geboekte nachten via platforms als Airbnb groeit een stuk sneller. Door het toenemende aanbod, grotere bekendheid en het wegenemen van barrières kan de grens van tien miljoen overnachting in 2018 al zijn bereikt.
Volgens Jan van der Doelen (ING Sectormanager Bouw, Vastgoed en Hotellerie) is de huidige dominante positie van hotels in de markt voor overnachtingen minder vanzelfsprekend. Dit komt door de opkomst van de deeleconomie. Door slimme samenwerkingsverbanden af te sluiten die meeliften op de groei van de deeleconomie en door hun eigen unieke dienstenaanbod zijn hotels ook in staat om van deze opkomst te profiteren.
Het aanbod op Airbnb is dat van de grootste hotelketens in zeven jaar tijd ruim voorbijgestreefd. Eén procent van de Nederlanders heeft zijn woning al eens verhuurd en zes procent is hier toe bereid. Op dit moment is er vooral aanbod te vinden in Amsterdam en blijven andere populaire plekken nog achter. De bekendheid bij toeristen neemt verder toe. Van de Belgische en Franse toeristen heeft drie procent het afgelopen jaar een particuliere accommodatie gehuurd. Van de Duitse en Engelse toeristen ligt dit al op zeven procent.
Gemeenten en de Belastingdienst maken nadrukkelijker werk van het innen van toeristen- en inkomstenbelasting bij particuliere verhuurders. Dit verminderd de oneerlijke concurrentie die hotels ondervinden rondom toeristische verhuur van woningen. Hotels die zich vooral richten op toeristen en niet over een toplocatie of bijzonder pand beschikken zijn gemiddeld genomen het meest vatbaar. Zakenhotels ondervinden nu nog minder last, maar platforms als Airbnb stellen veel in het werk om hun aanbod en dienstverlening ook beter aan te sluiten bij de zakelijke gast.