De ANVR en diverse zelfstandige serviceorganisaties (ZSO’s) zitten 27 maart aanstaande met elkaar om de tafel op het ANVR-hoofdkantoor in Baarn om onder andere de nieuw in te voeren ANVR-contributie van € 100 per ZRA te bespreken. “Aan het bedrag van € 100 per ZRA gaan we niks veranderen. Het is mijn uitdaging dat de ANVR volgens de ZRA’s zoveel toegevoegde waarde levert dat ze in de toekomst zelfs graag € 400 ANVR-contributie betalen voor wat ze daarvoor terugkrijgen.”
Het gesprek met een groot aantal vertegenwoordigers van ZSO’s komt voort uit de ANVR-ledenvergadering begin dit jaar op Kasteel de Hooge Vuursche in Baarn waar werd gestemd over de invoering van de € 100 ANVR-contributie per ZRA. Ondanks dat er ZSO’s tegenstemde, was een meerderheid voor de invoering. Een compromis werd bereikt in het oprekken van de invoerdatum naar 1 juli 2019.
Oostdam noemde eerder al de voordelen van het ANVR-lidmaatschap die ZRA’s genieten, die ook zijn terug te vinden op de ANVR-website. Toch was één van de meest gestelde vragen bij de bekendmaking van de ANVR-contributie per ZRA wat deze daarvoor terugkrijgen. ‘Komt het geld allemaal ten goede aan ZRA’s?’, ‘Op z’n minst een melding op de ANVR-site…’ en ‘Het zou eerlijker zijn wanneer er een bijdrage komt per afzetpunt’ waren enkele van de reacties op de aangekondigde invoering.
De meeting tussen ANVR en ZSO’s wordt volgens Oostdam zeker geen formaliteit. “We willen een certificatiesysteem gaan opzetten waarin we gaan vastleggen hoe en op welke manier ANVR-leden gebruik mogen maken van het ANVR-logo. Daarnaast willen we met de ZSO’s overleggen hoe we met elkaar nadrukkelijker het ZSO-kanaal kunnen promoten en een goede balans zoeken in wat wel en niet betaalbaar is. Het is een moment om met elkaar van gedachten te wisselen, maar uiteindelijk bepalen de ZSO’s het ambitieniveau.”
Uiteindelijk is het volgens Oostdam een overkoepelende uitdaging om meer uit het ANVR-lidmaatschap te halen. “Dat is in het belang van de gehele sector. Van het overleg dat we binnenkort met de ZSO’s hebben, willen we een regelmatig terugkerend iets maken, net zoals we met andere groepen doen. Bij deze andere groepen is gebleken dat regelmatig overleg succesvol werkt.”