De Rechtbank van Utrecht heeft geoordeeld in de zaak die de familie Ter Haar (OAD) heeft aangespannen tegen de Rabobank en heeft OAD in het ongelijk gesteld. De rechtbank accepteert de aandeelhouders van het failliete OAD, de familie Ter Haar, niet als partij.

Ter Haar claimt dat de bank hun reisbedrijf OAD op 23 september 2013 opzettelijk failliet heeft laten gaan. Er is juridisch geen grond voor de familie Ter Haar om Rabobank aansprakelijk te stellen, zo blijkt uit het vonnis dat vandaag is uitgesproken. De rechtbank heeft deze vordering van de familie Ter Haar volledig afgewezen. Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat de familie Ter Haar, als aandeelhouder van OAD, geen recht heeft om schadevergoeding van Rabobank te vorderen. Inmiddels hebben de curatoren van OAD aangegeven Rabobank op langere termijn te dagvaarden. De curatoren zeggen dit te doen om de positie van de boedels ten opzichte van Rabobank veilig te stellen. Ondanks dat Rabobank gedagvaard wordt, is daarmee volgens de curatoren niet gezegd dat zij tot de overtuiging zijn gekomen dat Rabobank in enig opzicht een verwijt valt te maken. Rabobank is van mening dat zij zorgvuldig heeft gehandeld en de aan OAD verstrekte financieringen op passende gronden heeft beëindigd.

Pleitnota’s
TravelPro wist eerder de hand te leggen op de pleitnota’s van beide partijen. OAD was volgens de pleitnota in de kern een gezond bedrijf met een toekomstperspectief en zou in 2013/2014 weer winstgevend zijn. Als argumenten draagt de familie Ter Haar het volgende aan: ‘OAD had geen euro aan vreemd vermogen, geen enkele achterstallige betalingen, nog nooit een betaling gemist, nog nooit de kredietlimiet overschreden en miljoenen aan zekerheden aan de bank verpand. De oplossing voor haar enige verliesgevende activiteit geïnstalleerd en geïmplementeerd, waarmee zij een voorsprong van tenminste één jaar op haar concurrenten had en waarmee zij winstgevender zou worden dan al haar concurrenten, zelfs nóg meer perspectief door aanstaande strategische deals met REWE en D-Reizen en OAD zou in 2013/2014 weer winstgevend zijn.’ Volgens de pleitnota had OAD als enige verzuim: ‘Het bedrijf heeft door de reorganisatie twee financiële convenanten (tijdelijk) gemist. Maar daarvoor heeft OAD OUD een waiver gekregen van de Rabobank. Met één voorwaarde: uiterlijk 15 september 2013 moest een vermogensversterking van € 7.5 miljoen zijn gerealiseerd door de aandeelhouders.’ OAD pleit dat de aandeelhouders voldeden aan de vermogenseis.

‘Rabo is aansprakelijk’
Volgens de pleitnota was de kredietopzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. ‘De Rabobank zegt echter binnen deze door haar zelf gestelde termijn het krediet op en blokkeert de rekening voor debetstanden. Rabo stelt hiermee haar eigen belang boven die van OAD en werknemers. Deze kredietopzegging is onder deze omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Op 20 september zegt de Rabobank aan de Commissaris van de Koning in de Provincie Overijssel telefonisch toe: OAD krijgt de tijd om de transactie met de Twentse investeerders af te ronden. Deze komt rond op 22 september 2013 en wordt door de Rabobank op 24 september 2013 onder voorwaarden aanvaard.’ De pleitnota gaat verder: ‘Toch stelt de Rabobank het krediet niet ter beschikking, waardoor OAD haar crediteuren op 27 september 2013 niet zal kunnen betalen en geen nieuwe verplichtingen meer kan aangaan. Rabo handelt onrechtmatig jegens de Aandeelhouders.’ De nota zegt: ‘Dit is onrechtmatig tegenover de aandeelhouders, want de aandeelhouders waren wel aan de eis van de Rabobank om het vermogen te versterken tegemoet gekomen. Rabo had de aandeelhouders tijd en kredietruimte moeten gunnen om de deal terzake de vermogensversterking te effectueren. Rabo veroorzaakt aldus door het faillissement van OAD totaal onnodig een enorme schade en is aansprakelijk voor deze schade.’

‘Poging OAD kon niet slagen’
In de pleitnota van de Rabo zegt de huisbankier zich redelijk opgesteld te hebben en geen specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens OAD te hebben geschonden. ‘Deze poging van OAD kan niet slagen.’ Rabo heeft volgens de nota, ‘OAD de mogelijkheid willen bieden haar grote financiële problemen het hoofd te bieden door te reorganiseren, maar wilde niet dat het risico dat OAD’s reorganisatie zou mislukken op Rabobank zou worden afgewend. De Stichting probeert een specifieke zorgvuldigheidsnorm die Rabo zou hebben geschonden, te construeren door de geschiedenis te herschrijven. Maar de geschiedenis laat zich niet herschrijven. Voor zover de Stichting haar vordering baseert op beweerd handelen van Rabo jegens de certificaathouders faalt de vordering op grond van al het voorafgaande en mede op grond dat certificaathouders geen partij zijn in deze procedure.’