Ruim zeven op de tien Nederlanders maken zich ongerust over de medische voorzieningen in het buitenland. De vakantiegangers zijn vooral bang dat ze niet worden begrepen. Ook de hygiëne is een punt van zorg. Meer kennis over de gezondheidssituatie zou de zorgen kunnen verminderen. Veel reizigers denken dat ze voldoende op de hoogte zijn van de gezondheidsrisico’s op hun vakantiebestemming, maar in werkelijkheid kan de voorbereiding stukken beter. Dat blijkt uit de HealthTracker© van communicatie-adviesbureau Porter Novelli en De Vos & Jansen Healthcare, een continu onderzoek onder ruim 600 Nederlanders. Op vakantie ziek worden geeft 44% van alle Nederlanders meer zorgen, dan als ze thuis ziek worden. Eén op de drie Nederlanders stelt een bezoek aan de dokter toch liever uit tot de terugkeer in Nederland. Daar staat tegenover dat ruim de helft aangeeft wel vertrouwen te hebben in buitenlandse dokters. Ook de kosten van medische zorg in het buitenland spelen voor de meerderheid (82%) geen rol. De zorgen zouden wellicht minder zijn als de vakantiegangers zich beter zouden voorbereiden. Alhoewel bijna de helft vindt dat ze voldoende op de hoogte zijn van de gezondheidsrisico’s tijdens hun vakantie, blijkt het tegendeel waar te zijn. Zo zoekt 55% niet vooraf uit waar men in Alanya, Benidorm of Cannes terecht kan voor medische hulp. En 16% informeert zelfs nooit naar de gezondheidssituatie op de vakantiebestemming. Overigens worden vakanties buiten Europa wel beter voorbereid dan een Europese vakantie (60%). Wie op zoek gaat naar informatie over bijvoorbeeld inentingen en hygiëne, probeert het allereerst bij de GGD (43%), gevolgd door het reisbureau of de touroperator (36%) en de ANWB (29%). Daarna worden de overheid (24%) en de apotheek (19%) als informatiebronnen genoemd.
