De reissector hoeft voorlopig niet te rekenen op sectorspecifieke hulp, dat is gebleken uit kamerstukken die vandaag zijn gepubliceerd. Wel is er nog hoop op de voucherbank. “Als die er komt, dan is dat een hele relevante sectorspecifieke hulp en ik ben al blij dat de voucherbank wel werd genoemd. Op geen enkel ander vlak, op dit moment in ieder geval, is er aanleiding om te veronderstellen dat er andere vormen van sectorspecifieke hulp komt voor de reissector naast de voucherbank. Lukt de voucherbank niet, dan gaat het hé-le-maal fout voor de reissector…”, zo laat Frank Oostdam (directeur ANVR) aan TravelPro weten.

“Ik denk dat ik hetzelfde gevoel heb als alle andere 20.000 reisprofessionals, namelijk een ongelooflijke frustratie dat de reissector niet wordt genoemd. In geen enkel opzicht. Ongelooflijk ook dat er wat sectorspecifieke maatregelen worden aangekondigd voor onder andere de horeca en evenementensector en dat de zwaarst getroffen sector niet wordt genoemd”, zo laat Oostdam weten aan TravelPro.

Meerdere keren (hier, hier, hier, hier) werd er door de ANVR op gehamerd dat de reissector sectorspecifieke hulp nodig heeft naast de generieke steunmaatregelen. Oostdam: “We hebben ons wel hard gemaakt voor andere vormen van sectorspecifieke hulp, zoals bijvoorbeeld uitbreiding van de TVL, sociale regelingen voor zzp’ers, enzovoorts. Maar dit is het voor de komende drie maanden en daarna moeten we maar weer verder kijken. Het belangrijkste ijzer in het vuur is de voucherbank”, aldus Oostdam. Het plan voor een voucherbank werd in juli door ANVR en SGR ingediend bij het ministerie van Economische Zaken. Destijds liet Erik Jan Reuver (directeur SGR) al weten dat het weken zou kunnen duren voor in Den Haag een knoop zou worden doorgehakt.

“Vanochtend had ik de behoefte om op te roepen om de tractors en bussen uit het vet te halen en naar het Malieveld te trekken”, aldus Oostdam, die vorige week aangaf als eerste op het Malieveld te staan wanneer de reissector in het onverhoopte geval niet bij de sectoren zou zitten die worden meegenomen in eventuele uitbreidingen van de noodpakketten. Vandaag laat Oostdam over het Malieveld weten: “Maar dat moeten we nog even niet doen. Dat is niet handig in afwachting van het gesprek over de voucherbank. Daarover verwachten we eind deze week wel uitsluitsel of in ieder geval een richting die wordt aangegeven door Economische Zaken en Financiën”, aldus Oostdam. “Als we slagen met het neerzetten van de voucherbank, dan is dat een hele relevante sectorspecifieke hulp.”

De maatregelen die het kabinet vandaag heeft aangekondigd, zijn een aanvulling op dat derde steunpakket. In de kamerbrief die is ondertekend door ministers en staatssecretarissen staat te lezen dat het kabinet momenteel samen met de reisbranche de haalbaarheid en wenselijkheid van een kredietfaciliteit gekoppeld aan bestaande vouchers onderzoekt. “Mocht blijken dat een rol voor de overheid hierin aantoonbaar doelmatig en wenselijk is, dan zal het kabinet zich daarop beraden”, aldus de ministers en staatssecretarissen.

De ANVR liet vandaag al in een nieuwsbericht weten dat minister Cora van Nieuwenhuizen (IenW) en staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) in gesprek met Oostdam en Walter Schut (beiden ANVR) nog niet vooruit konden lopen op de aanpassingen in het derde pakket steunmaatregelen. “Uiteraard is door de ANVR duidelijk gemaakt dat aanvullende maatregelen én ondersteuning van het voorstel om te komen tot een Voucherbank van zeer groot belang zijn voor onze reissector”, aldus de branchevereniging.

“Uiteraard hebben we ook onze dank uitgesproken voor de grote ondersteuning die het kabinet tot nu toe heeft geboden aan het bedrijfsleven”, aldus Oostdam. “De reisbranche heeft écht perspectief voor de toekomst; de klant wil natuurlijk dolgraag weer reizen – net als voorheen, maar dat kan nu even niet. Die periode moeten we overbruggen en duurt wat langer; dus is er ook wat langer steun nodig van het kabinet.”

In het nieuwsbericht ‘Aanvullingen op het derde steunpakket corona‘ worden verder diverse sectoren genoemd, waarvan onderstaand een enkele punten zoals beschreven door de overheid:

  • Het kabinet geeft, bovenop de TVL, een eenmalige subsidie van circa 2,75 procent van de omzetderving, gemiddeld 2500 euro, aan horecaondernemers die voorraden hebben aangelegd die ze niet meer kunnen gebruiken vanwege de tijdelijke sluiting. Ook hebben zij vaak geïnvesteerd om in de winter op een corona-veilige manier open te kunnen blijven, bijvoorbeeld door hun terras te overkappen.  Ondernemers kunnen de subsidie vanaf medio november aanvragen via de TVL-aanvraag. Voor deze regeling is 40 miljoen gereserveerd.
  • Door de corona-maatregelen zijn veel evenementen, zoals muziekfestivals en kermissen, niet doorgegaan. Bedrijven en leveranciers in de evenementenindustrie zijn voor hun omzet grotendeels afhankelijk van de zomermaanden. Die schommeling in omzet kan zorgen voor een vertekend beeld bij de berekening van de TVL. Het kabinet komt met een eenmalige extra vergoeding die gebaseerd is op de TVL-vergoeding van de zomer. Het gaat naar verwachting om 800 evenementenondernemers, die gemiddeld zo’n 14.000 euro krijgen. Hiervoor is een bedrag van 11 miljoen euro gereserveerd.
  • Het eerder aangekondigde Time Out Arrangement krijgt verdere vorm. Dat stelt ondernemers in staat om hun bedrijf tijdelijk in een soort winterslaap te brengen. Wanneer de situatie weer verbetert, kunnen zij snel weer van start gaan. Op die manier hoeven in de kern gezonde bedrijven geen faillissement aan te vragen met alle gevolgen van dien. Het kabinet werkt dit nu verder uit in de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA).
  • Het kabinet onderzoekt of (tijdelijke) banen voor crisisondersteuning zwaarbelaste sectoren verlichting kunnen bieden, terwijl zo tegelijk mensen tijdelijk aan het werk kunnen worden geholpen.
  • 40 miljoen voor ‘vrije theaterproducenten’: niet-gesubsidieerd theater kampt ook met voorstellingen die niet door hebben kunnen gaan. Het kabinet komt deze groep tegemoet.
  • Het sport-specifieke pakket wordt aangepast en opnieuw opengesteld voor de periode 1 oktober t/m 31 december. Hiermee is een bedrag van 60 miljoen gemoeid.
  • Het kabinet reserveert nog eens 150 miljoen om inkomstenderving bij gemeenten op te vangen, bovenop de eerder gereserveerde 100 miljoen.
  • Om bedrijven in hun liquiditeitsbehoefte te blijven ondersteunen is het van belang om de corona garantieregelingen te verlengen. De corona garantiemaatregelen zoals de KKC en de GO-C worden verlengd tot en met 30 juni 2021.
  • Met de detailhandel is een afsprakenkader gemaakt over handhaving van de basisregels. Het kabinet benadrukt hoe belangrijk het is dat mensen zich aan de regels houden, en roept iedereen op om alléén te gaan winkelen en winkeltijden meer te spreiden.